Dit zou wel eens de langste post zijn die ooit op deze blog is verschenen. Op Facebook heeft een overlevende van de Norman Atlantic, Andreas Oikonomou, zijn belevenissen neergeschreven. Ik dacht dat het wel eens interessant zou zijn om dat te vertalen en hier te zetten. Het is een brok proza geworden die hij er gewoon uit gekwakt heeft. Soms is het een beetje onduidelijk. Grote literatuur is het niet, maar het is toch wel aangrijpend want de mensen op de Norman Atlantic hebben meegemaakt. Vergeeft u mij de tikfouten, maar dit was een lang werk.

Nieuwjaarsdag:
Ik ben terug.
IK LEEF!
IK HEB MIJN ALINA!
IK HEB MIJN ELENI!
IK HEB ALLES NOG!
IK BEN GELUKKIG!

Episode 1: DE DOMHEID IS ONOVERWINNELIJK

Zaterdag 27 december

Dit is de reis waarop ik met mijn familie zo lang heb gewacht. Het is de periode van het jaar waarop we uitblazen. En we doen dit nu al jaren. Dit jaar gaan we naar Venetie. Venetie is in de winter nog sprookjesachtiger.

We vertrekken vanuit Igoumenitsna, het is 11:59u. Wat een stiptheid! In een normale wereld had het schip zo ergens tussen middernacht en 4 uur in de ochtend moeten vertrekken.

Het schip zou de Hellenic Spirit van ANEK zijn. Ik heb daar al vaker mee gereisd. Ik ken vele mensen van de bemanning bij hun voornaam. Zij kennen mijn Alina en ze tonen me vaak foto’s van hun eigen kinderen.

De Hellenic Spirit is als een kerstboom wanneer die de haven binnenvaart. Overal lichtjes, het opentje hart en je haast je om aan boord te gaan.

Ik sta achterin de rij met auto’s en we wachten op het schip. Ik ga de tickets halen en voor ik ze in de envelop stop, valt mijn oog op de naam van het schip: Normal Atlantic.

Gewoon zo. Zonder enige verwittiging over de verandering. Zelfs tijdens de check-in werd ons niets gezegd…

Laat maar, dit kan ook een goed schip zijn, zeg ik tegen mijn Elena, om de ontgoocheling te verbergen.
We wachten (het is 11:59u)
En daar komt het schip. Een donkere massa verschijnt in de haven. De koers van het schip is steeds zo dat wij die in de haven wachten, eerst de boeg zien en dat het scip zich daarna draait om met het achtersteven aan de kaai aan te leggen.
Dit schip, door de onervarenheid van de Italiaanse kapitein in deze specifieke haven, ligt geruime tijd met de boeg naar ons gericht. Het schip bekijkt ons. Zo voelde het toch voor me aan.
En het ontsnapte me terwijl mijn Alinaatje het hoorde: Zeg, Elena, wat voor een doodskist is me dat! Elena verstijfde.
Dan begon het schip te draaien. De deuren openden zich en de auto’s reden naar binnen. Wij bleven al die tijd stil. We keken toe. Toen het onze beurt was, vroeg ik: Elena, rijden we binnen? Ik weet het niet Andreas, wat denk je?
Ik antwoord niet en rijd vooruit. Ik stop even voor ik op het schip binnen rijd.
Elena, ik heb geen goed gevoel hierbij, zeg ik haar. Ik ook niet, maar het is de reis waar we hebben op gewacht, Andreas. Alina, wat denk je? Alina wilde deze reis heel erg.
Ik ben binnen. Ze parkeerden me op het eerste dek. De lift deed het niet en het Italiaanse bemanningslid zei me dat ik via de gangen naar boven moet. Ik zag overal afdekplaten die pas geverfd waren. Ook heel veel lasnaden met enorm veel verf er op gekwakt. Een mooie vrouw heeft zo veel opsmuk niet nodig, zeg ik. Zo veel verf? Hebben ze iets te verbergen? Elena wordt erg lastig.
Zeg Andreas, je maakt me bang. Stop er mee of we stappen weer af.
We zijn weg, zeg ik haar, en vreemd genoeg gaat ze akkoord.
We komen aan de receptie aan en ik maak duidelijk dat ik niet wil reizen. Als reden zeg ik dat ik niet op de hoogte was gebracht van de verandering van schip. Dat wordt niet aanvaard. Waarom bent u dan aan boord gekomen, vraagt de officier. Wat moet ik hem zeggen. Dat er stem binnenin schreeuwt: ga van die boot af. Ik wil ook geen scene maken. De officier geeft me de adressen van twee sites waar ik mijn klachten kan neerschrijven. Ik word boos en zeg hem: hoe wilt u dat ik dat opschrijf? Van op de vloer hier?
De officier wordt ook wat lastig.
Hoeveel kinderen hebt u meneer, vraagt hij me.
Een, zeg ik hem. Ik heb er drie, denkt u dat ik wil verdrinken?
Nee, natuurlijk weet ik dat je niet wil verdrinken, maar jij bent gedwongen om op dit schip te blijven, en bij mij is het een keuze. En ik wil niet reizen.
Ik vraag om de kapitein te spreken en ze brengen me bij de eerste stuurman meneer Pavlos……. (vandaag hoorde ik op het nieuws dat hij op het schip al het mogelijke gedaan heeft om mensen te redden en ik feliciteer hem daarvoor. Ik hoop dat hij tijdens zijn strijd in zijn hoofd had wat hij tegen mijn kleine dochter heeft gezegd en dat hem dat kracht heeft gegeven)
De heer Pavlos heeft die gekende Griekse houding: die rare is daar die zegt dat zijn kajuit stinkt en ik moet die onnozelaar verdragen.
Hij luistert naar me en hij herinnert zich dat we voordien al samen hebben gereisd. Uw man is een beetje een zeur, zegt hij tegen Elena. Ik herinner me hem, hij is vroeger al vaker komen klagen. Hij zegt dit met een houding als ware hij een naaste vriend.
Er wordt geroepen, er breekt ruzie uit. Iemand zeg sssst, we slapen. Ik word lastig van Pavlos en zeg iets in het Frans. We gaan naar beneden en verlaten het schip. Van ANEK komt er een jongeman met een baard achter ons aan gelopen om met ons te praten en om me uit te leggen dat ik ongelijk heb en dat ik iets vraag wat niet kan worden gedaan. Hij werkt me op de zenuwen en luistert maar af en toe. Hij heeft een houding als is hij de expert van de NASA of nog meer. Ik heb me niet lang met hem beziggehouden. Ik zie de auto van de havenpolitie en ik ga er naartoe. Een meisje in uniform luistert naar me, is verrast, zegt me dat het niet mogelijk iswat ik vraag en raadt me aan om de officier van de havenpolitie te contacteren. (Uiteindelijk was dit meisje de enige persoon die bereid was om te luisteren en de enige die begrip toonde en snapte wat ik voelde. Misschien.)
Het hoofd van de havenpolitie, een vrouw, die ik aan de telefoon heb, behandelt me met de gekende Griekse ambtenarenmanier. “Meneer, alstublieft…”…
In ieder geval: dat wat u vraag, kan niet. Maar u kunt de maatschappij aanklagen. U moet wel weten dat een rechtszaak veel kost. Hier begreep ik dat ik in het verliezende kamp was en dat ik het onoverwinnelijke aan het bestrijden was. De idiotie.
Ik ga niet aan boord en eis dat mijn auto van het schip wordt gehaald. Ik schreeuw.
Dat gaat niet meneer, zegt de heer Pavlos, tenzij u wil dat ik de vergoeding op u verhaal voor de goederen die te laat zullen zijn. Al dezen hier, terwijl hij wijst op de vrachtwagens, zullen u om schadevergoeding vragen. En zal ik u vertellen wat de havenofficier me verteld heeft? Wat heeft die je verteld, vraag ik, want ik heb net met haar gepraat.
Ik heb met haar gebeld voor jij met haar hebt gesproken, antwoordt hij me, en ze heeft me gezegd dat ik je een proces moet aan doen wegens hinder van vervoer.
Hier begin ik te beseffen dat er geen mogelijkheid is om mijn zin te krijgen.
Mijn laatste wapem.
Goed, ga nu maar, zeg ik hem, maar we zullen zien hoe je de andere auto’s er uit gaat krijgen die achter mijn wagen staan, want ik geef je mijn sleutel niet.
Dat is maar een klein probleempje, in Ancona nemen we een takelwagen en we gooien je er uit. Blijf hier in de haven.
Ik heb verloren. Ik ga aan boord.

Tweede episode: CHRISTINE ONTWAAKT

(voor de jongeren: zoek naar een film uit de jaren 80 met de titel CHRISTINE en je zult het begrijpen)
Twee uur heb ik met hen gestreden. Maar het was van vooraf een verloren strijd, ze waren niet geinteresseerd in mij van aanvang aan.
Ik ga terug op het schip en de vrachtwagens staan zo dicht tegen elkaar, dat ik er niet door kan. Om tot aan de deur te geraken, schuurt mijn borst langs de scheepswand en stoft mijn rug de vrachtwagen af. Ik ben nu al smerig, zeg ik tegen Elena. Ik heb geen jas meegenomen, zegt ze me. die ligt nog in de auto.
De kajuit is in een erbarmelijke staat. Ze lijkt nog het meest op een conciergehok uit een film uit de jaren 60.
Zijn er veel golven, vraagt Elena aan het meisje dat ons tot aan de cabine brengt. Ik wil u geen leugens vertellen, antwoordt ze, maar het zal wel een beetje gaan schudden. Geen angst, het schip is stevig. Het is gemaakt voor de Atlantische Oceaan dus het zal de golven wel doorstaan.
Van de spanning proberen we alle drie op de zelfde slaapbank te slapen. Onmogelijk.
Komaan iedereen, zeg ik, elkeen op zijn eigen slaapbank. Anders zijn we morgen een wrak.
Ik slaap beneden, Alina ook, en Elena slaapt op de bovenste slaapbank.
We zijn in de open zee en ik word wakker van een vervelend geluid. Het schip beweegt en boven onze hoofden is het alsof een metalen doos heen en weer schuift over de bodem. Daar gaat mijn slaap. Ik slaag er in om toch nog een oog dicht te doen. Op een bepaald moment hoor ik Elena zeggen: Andreas ik ben bang, ik kom naar beneden om bij jou te slapen. Ik val weer in slaap. Andreas, ik heb het koud, zegt ze me even later. Ik sta op en trek een tweede laag thermisch ondergoed aan (bij de reddingspost). Het moet ongeveer 4:30u zijn geweest. We vallen terug in slaap. Maar ons gepraat heeft Alina wakker gemaakt. Een beetje later fluistert Alina dan ook: papa, ik heb vuur gezien aan het venster.
Ga terug slapen, liefje, dat moet een bliksem zijn geweest. Onmogelijk dat het vuur was.
Ja Andreas, zegt Elena me, het ruikt hier wel. Ik hoor dat de megafoon in de kajuit wordt aan gezet en ik hoor een mededeling IN HET ITALIAANS. Ik steek het licht van de slaapbank aan, en ik zie rook in de kajuit. Ik kijk door het venster en ik zie het vuur dat Alina heeft gezien.
We staan in brand, schreeuwt Elena en ze opent de deur. In de gang zie ik onrustige figuren door de rook. Wat staat er in brand, vraag ik aan een vrouw. “Brand”, roept er iemand. Andreas, we gaan samen in de vlammen op, schreeuwt Elena, en ze gaat door de knieen in de gang.
Ik grijp haar bij de schouders en schud haar door elkaar. Nu niet, Elena, nu niet asjeblieft, we moeten Alina redden. Ze staat op. Alina is achter ons en roept op haar moeder. We gaan terug naar de kajuit. Ik zeg tegen Alina dat ze zich zo snel als mogelijk moet aankleden. Ook wij kleden ons aan. De kajuit is compleet gevuld met rook. Ik kan mijn schoenen niet vinden. Ook Alina niet. Ze moet het doen met de pantoffels die we die ochtend bij IKEA gekocht hebben. Ik grijp naar een envelop boven op de tafel want ik heb daar mijn telefoon. Boven op de envelop lag mijn bril en die kan ik ook nog vinden. We gaan terug de gang in en we rennen naar het Deck. Onder ons horen we iets als harde slagen. Wat klopt er, vraag ik? Dat zijn geen slagen, vriend, dat zijn de vrachtwagens die ontploffen, zegt iemand die ons voorbij rent. Maak dat je weg komt.
We lopen en geraken naar buiten. Daar staat al heel wat volk. Iedereen is gehaast, maar er is geen paniek. Er staat een wind van 9 tot 10 beaufort. Het vuur is enorm en de vlammen slaan uit van de kant van het schip, op het onderste garagedek.
Elena loopt vooraan, Alina in het midden, en ik achteraan. Dicht bij elkaar. Alina is ongelofelijk kalm. In haar hoofd heeft ze zich ingeprent dat ze vooruit moet, de aanwijzingen volgen en niet in paniek raken.
DE BEMANNING HEB IK NOG NIET GEZIEN EN RICHTLIJNEN HEBBEN WE OOK NOG NIET GEKREGEN.
We zoeken naar reddingsvesten. Ik zie dat ze die nemen uit een grote witte kist. We lopen daar naartoe. Iemand is er al in gedoken en zonder iets te zeggen geeft hij ons een reddingsvest. Nog een voor het kind, zeg ik hem. Hij buigt voorover en zoekt. Ben je van de bemanning, vraag ik hem. Wat doen we nu? Ik ben een passagier, zegt hij me, en hij komt uit de kist.
Hoe moeten we die reddingsvesten aantrekken? Ik zie opeens iemand van de bemanning. De eerste die ik zie. Hoe moeten we dit vastbinden, vraag ik hem? Help mijn kind en mijn vrouw, alstublieft. Hij helpt ons er bij. Wat doen we nu? Ik heb nog niet in mijn hoofd dat we het schip moeten verlaten. De scheepswand is heel heet en opeens zie ik naast me een klein rood puntje. Ik begrijp was het is, ik ga naar voren en duw Alina voor me uit. Mijn pantoffels plakken aan de bodem en bij elke stap heb ik het gevoel dat ik ze zal verliezen. Het kleine rode puntje wordt in een paar seconden een grote roodwitte cirkel die zich opent. De scheepswand smelt.
Dan zie ik Elena veranderen. Tot dan toe hoorde ik haar mompelen, jammer, waarom godverdomme, dat was het dan, waarom moet mijn Alina dit meemaken…. en op eens wordt ze een beest. The eye of the tiger, ken je dat? Kom, we zijn hier weg, zegt ze me. Nee, Elena, zeg ik haar, want ik weet hoeveel mensen vermist raken nadat ze proberen aan boord van een reddingssloep gaan. We zijn hier weg Andreas, schreeuwt ze me toe. Ze heeft de reddingssloep gezien en daar wil ze heen. Maar ik heb daar geen bemanning gezien en ik weet dat er geen reling is en dat we daarna de chaos kunnen verwachten. Ze springt over een reling en rent richting reddingssloep. Elena, pas op de opening, roep ik haar toe. Bij de reddingssloep heerst chaos. Ze hebben de sloep naar omhoog getakeld en hij is klaar om naar beneden te worden gelaten, en hangt te bengelen. Er zitten al mensen in, en er zijn nog anderen die proberen aan boord te raken. Het lukt hen. Wij zijn al voorbij de reling en ik zet me schrap zodat ze me niet van achteren in de leegte voor me duwen. Van zodra Elena in de reddingssloep zit, draait ze zich om en roept ze. Andreas, geef me Alina, geef me Alina! Ik aarzel want ik moet haar over de leegte tillen. Ik weet dat ik haar niet erg lang zo zal kunnen vasthouden, als Elena haar niet snel opvangt. En Elena slaagt er niet in om dichter te komen. Ik doe het niet. Ik til haar niet op. Ze schreeuwt: mijn dochter, mijn dochter. Ik neem de beslissing, ik til haar op en hou haar boven het lege gat. Dan draait een stevig gebouwde man zich om en neemt haar van me over en trekt haar in de sloep. Vanaf nu is het eenvoudig. Τότε γυρίζει ένας γεροδεμένος άντρας την αρπάζει και την τραβάει μέσα. Όλα είναι πιο εύκολα τώρα. De sloep trilt en valt naar beneden. Maar een meter lager blokkeert hij, en blijft bengelen. Dat was het. Het volstaat dat ik een stuk ijzer vast grijp om met de voeten naar voren in de sloep te geraken. Ik spring. Ik klap tegen het ijzer en mijn bril breekt. Ik ben aan boord. We zijn allemaal samen. We zijn gered! Het moeilijke is nu voorbij. Althans, dat dacht ik.

Derde episode: SCHIP NUMMER EEN.

VAN GOD ZIJ DANK TOT LIEVEVROUW BEWAAR ONS!
Ik ben aan boord. Ik gooi mijn kapotte bril weg. Iemand die een bril draagt, begrijpt mijn wanhoop. Ik zal hier bijna blind doorheen moeten.
De reddingssloep is BIJNA LEEG. De boot is zo gebouwd, met de gangetjes en bankjes, dat mensen vast kwamen te zitten op het eerste dek. De tenen zaten tegen de hielen van de mensen voor hen, en niemand kan een stap zetten.  Daardoor was het moeilijk om aan boord te raken van de sloep. Mij is het gelukt omdat ik het op een onortodoxe manier heb geprobeerd. Elena schreeuwt: mijn voeten, mijn voeten. En naast me zit Alina te huilen, gedrukt tussen Elena en een enorme man, Ik trek haar naar me toe. Ik had het gevoel dat ik haar moest los trekken. Ik keek naar beneden naar haar voeten om te zien of alles in orde was. En daar zag ik Rafi, een klein jongetje van vier, dat op de grond was gevallen. Mensen trappen op hem. Hij had geluk want de grote reddingsvest beschermt hem. Ik grijp hem vast en zet hem op de bank. Zonder nadenken, zonder woorden, gewoon een beweging. En daarna vergat ik hem. Ik zag hem later in de armen van Alexandra samen met zijn broertje.
Elena laat zich niet doen, en duwt de grote man weg, en komt naar me toe. We zitten op de volgende rij bankjes allemaal samen. We slagen er allemaal in om min of meer een plaats te vinden op de reddingssloep (een journaliste vroeg me later wat er gebeurde in de sloep, schreeuwden de mensen, weenden ze…). Complete stilte. Een paar kreunen  van pijn, kindernamen, Niko, Korinna, Rafi, Alina, Romi, en het antwoord dat bevestigde dat iedereen er was.
De sloep hangt echter vast. De rook heeft alles verstikt. In de sloep is het erg moeilijk om te ademen. Dat wat ik inadem, veroorzaakt een kramp in mijn maag en ik moet overgeven. Ik moet voortdurend overgeven. Anderen moeten ook overgeven, Voortdurend. Waarom zakken we niet naar beneden, roept er iemand. Ik hoor Italiaans, vermoedelijk instructies van iemand van de bemanning, tegen iemand anders. We hebben in ieder geval twee zeemannen bij ons, denk ik, terwijl ik op handen en knieen zit en weer moet overgeven. Ik weet dat dit geen misselijkheid is en ik maak me zorgen. Als ik een vergiftiging heb, wie zal daar iets aan kunnen doen. En ik blijf verder overgeven. Papa, ben je in orde, vraag Alina vol angst in haar stem, omdat ze me op mijn knieen zag zitten. Ze roep de hele tijd en ik kan niet eens een duim opsteken omdat ik de hele tijd moet overgeven. Enkel mijn brein en mijn maag werken de hele tijd en niet altijd in die volgorde. Op een bepaald moment slaag ik er in om mijn duim tenminste op te steken. Mama, hij is OK, roept ze, en ze stopt. De Italiaan is nog steeds aan het roepen. Iets met een touwladder, meen ik te horen. Iemand klimt uit de reddingssloep op en komt weer naar beneden. Bij de Italiaanse stemmen komen nu ook Griekse. Maak het los, draai dat hier, zeemanstermen die ik niet begrijp. We hebben ook een Griekse bemanning, denk ik. Dat is nog beter. Het was Georgis, van Saranta. Bemanning. Hij is in de sloep komen zitten om hem los te maken. En daar slaagt hij in. En we vallen op het water. Ik dacht dat ik al mijn botten had gebroken. Ik richt mijn lichaam op en roep en geef over tegelijkertijd. Alina. Elena. Ik ben OK, antwoordt Elena, en ze begint over te geven. Papa, ik heb moeten overgeven, jammert Alina. Ik kan niet spreken en aai hen over het hoofd. We zijn hier weg, breng de sloep weg van hier, want we zullen stikken in de rook. Open de zeilen. Nu roepen meerderen op de sloep. Elena opent een stuk van het zeil en steekt haar hoofd naar buiten. Genaio helpt haar. Een Italiaan. Van de bemanning. Er staat een harde wind, die me hard in het gezicht slaat en ik voel me al een stuk beter. Ik voel me opgelucht want we drijven weg van de boot. Ik steek mijn telefoon door het gat in het zeil en schiet een video. De motor van de sloep schiet aan. Later hoorde ik dat we ongeveer met 50 in de sloep waren.

10 Beaufort voelde helemaal anders anders aan op de ijzeren hel en helemaal anders op een plastic reddingssloep. Heb je ‘t ooit in de bioscoop gezien? Ik ook. Maar het is totaal niet te vergelijken!!!
Vijftien meter hoge golven, met de neus naar beneden, bijna een vrije val eigenlijk. En nog maar eens. Overal water. De regen neemt toe, bliksems, veel wind. Golven, als je er durfde in te kijken in het duister, zou je de schrik van je leven op doen. Diegenen die me kennen weten dat de zee de nachtmerrie sinds mijn kindertijd is. En die heb ik nu beleefd. Ik keek niet meer in de golven. We sloten elk gaatje. De opening, het venstertje, dat we voordien hadden geopend, wilde niet dicht, en toen Genaio zijn hand er door stak om het te sluiten, werd zijn arm er bijna af gerukt. We hielden ons allemaal stevig aan elkaar vast. Enkel Genaio zat op zijn eentje, onder het bloed, en de Italianen en Georgis zeiden iets tegen elkaar. In zeemanstermen.
En dan begon het overgeven opnieuw.
Dit keer van de zeeziekte. En wat kon er nog verder uit komen? De pijn hield niet op. Op een bepaald moment duurde de spasme meer dan een minuut en ik dacht dat ik zo stikken. Iedereen was aan het overgeven op de ander, maar niemand zei er iets van. Ik zat in het midden van de sloep en had Alina aan mijn rechterzijde en Elena daarnaast. Vast aan elkaar gehaakt. Tegenover ons zat Rania. Blootsvoets. Ze hield haar dochter Korinna heel stevig vast. Naast haaar hield haar man Spyros zijn zoon Nikolas vast. Spyros zat roerloos met de ogen dicht, alsof hij zijn hoofd niet meer onder controle had, het hing gewoon aan zijn nek vast. Hij had hypokaliëmie, legde iemand me uit (Spyros en Rania zijn dokters) en dat zorgt voor spierzwakte. Mijn beste Spyros, enkel dat woord ontbrak er aan, alsof ik het niet gezien had. De Italiaan zocht iets in de kist in de sloep. Het was water, in zakjes. Hij stopte me eentje in mijn handen, maar ik slaagde er niet in om het open te krijgen. Ik zag een halfleeg zakje op de bodem en ik nam het op en dronk er van. Ik begon me wat beter te voelen. Ik weet niet of Elena iets dronk, en Alina wilde niets.
Het begon dag te worden. Waarschijnlijk zag de Italiaan een schip en hij ging er als een speer naartoe. Zo was het. Zo zag ik het ook. Elena stond recht en stak haar hoofd door de opening in het zeil. Schreeuwen, stgemmen, help, aiuto. Alina stond ook recht en begon ook te roepen in het Grieks, het Engels en het Italiaans. Wat ze hoorde, probeerde ze zelf ook te roepen. En we kwamen aan de zijde van het schip aan. We hadden een enorme snelheid, er waren golven, de Italiaan werd gek, maar hij parkeerde de sloep tegen de zijde van het schip. Hij luisterde of misschien ook niet naar onze Giorgis.
Het was een containerschip, met weinig vracht en daardoor lag het dus ook niet diep. Mij leek de wand op een wolkenkrabber. Chaos. Maar we waren gered. Waren we gered?

De motor van de sloep viel stil en was niet meer op gang te krijgen. De sloep was stuurloos. Touwen werden naar beneden gegooid. Giorgis vecht om de sloep vast te meren. Dat doen ook de andere Italiaan Francesco en een aantal passagiers. Een gevecht. Want we hebben geen motor meer en we kunnen moeilijk langs het schip blijven.

En dan brak het angstrecord dat ik een paar uur tevoren had bereikt.
Een golf tilde ons tot god op, en spatte uiteen op de wand van het schip. We werden van onze plaatsen geslingerd. Ik verloor Aliona. Mijn benen raakten verward in de schotten tussen de bankjes. Elena stootte haad hoofd tegen een stuk ijzer omdat ze met volle kracht naar beneden viel. En voor we goed en wel beseften wat er gebeurd was, werden we weer de hoogte in getild, alweer 15 meter, en alweer spatte de golf tegen de scheepswand.
Bij elke klap brak de sloep verder kapot, en begon het water naar binnen te stromen.
Hier ondernam Rania actie. Ze spreekt Engels en Italiaans. Meermaals vertaalt ze wat de Italiaan vertelt. Nu neem ze het heft echter helemaal in handen. Rechtop, blootsvoets, is ze de tussenschakel tussen onze Italianen, Giorgis en de bemanning van het schip die Engels verstaan. Het allerbeste, mijn meisje. De vrouwen hebben het overgenomen!
Van het schip wordt een touwladder naar beneden gegooid. Wie nog op zijn benen kan staan, helpt. We grijpen het touwladder, het glipt weg, we knallen tegen de scheepswand. Dt gebeurt de hele tijd. De kabels breken af, iets klapt tegen het hoofd van Giorgis maakt een gapende wonde. De hele tijd hangt hij met de helft van zijn lichaam uit de sloep, geeft hij richtlijnen, trekt hij aan de touwen, laat hij de touwen weer vieren. Op een bepaald moment neemt het schip een positie in waardoor de wind wordt gebroken, voor een paar seconden blijft het touwladder ter plekke hangen en kunnen we het vastpakken. De eerste klimt naar boven. HET IS DE ITALIAAN DIE DE SLOEP BESTUURDE. Daarom was hij zo gehaast.
Als tweede klimt een Griek naar boven. Later hoor ik DAT OOK HIJ TOT DE BEMANNING BEHOORDE. Niet Giorgis, die blijft al bloedend in de sloep!!! We weten wat voor iemand hij is. Ik wacht om te zien wat hij zal zeggen en dan zullen we iets doen. Want hoe ongeloorloofd het ook is voor hen die nog kunnen om je achter te laten, diep binnenin kan ik de drang om gered te worden en om je kinderen terug te zien, best begrijpen. ECHT WAAR, IK KAN HET BEGRIJPEN.
De opgeleiden waren al weg. Nu was het de beurt aan een van ons.
Het geklop tegen het schip blijft maar verder gaan. In de weinige seconden die we hadden, moesten we het touwladder zien vast te grijpen en minstens vijf sporten naar boven zien te klimmen. Als je te traag bent, dan kan je verplettert worden door de sloep. Iemand besluit om het te wagen. Het lukt niet, hij is te traag. Hij raakt gekneld tussen sloep en schip. We hebben hem niet meer teruggezien.
Iemand anders probeert. Hij haalt het! Ik geloof dat een derde het ook haalt. Een vierde dan weer niet.
DIT GEBEURT ALLEMAAL VOOR DE OGEN VAN ONZE KINDEREN. Mijn Alina knijpt me stevig vast.
Ik ben helemaal verstijds. Ik voelde de grootste angst toen ik beseft dat wat ons als redding leek, het schip, uiteindelijk ons graf kan worden. IK KAN HET NIET DOEN MET MIJN ALINA IN MIJN ARMEN. IK KAN HET NIET EENS ALLEEN DOEN. ALS DIT DE ENIGE MANIER IS, DAN ZIJN WE DOOD.
Het was de eerste keer van de twee keren dat ik aan de dood dacht. Van in het begin was er iets diep in me dat me zei dat we het zouden halen. Het was de eerste keer dat ik daar contact mee verloor. Het schip veranderde ligging, de wind nam weer toe, en de slagen tegen de scheepswand deden de sloep uiteen barsten. Giorgis haalt een mes te voorschijn en snijdt de touwen door die ons aan het schip bonden. We drijven weg van het schip waarvan we dachten dat het onze redding was. En terwijl het heel die tijd niet had geregend, enkel gewaaid, barstte nu een bui los.

Episode vier: NU WEET IK WAT ANGST BETEKENT!

Het schip is weg. In een paar minuten zijn we het kwijtgespeeld. Het moeilijk is niet om het schip te vinden. Het moeilijke is om er op te geraken vanop een stuurlozen sloep. Nu hebben we ervaring. De regen wordt minder en we voelen bijna niets meer. Zo ging het weet. Alsof iemand aan het flipperen was. Van tijd tot tijd maakt het ons rustiger voor een paar minuten, nam ons hart een vlucht en plotseling werd de knop ingedrukt en begon het weer ons te geselen.

Nu is het weer even rustiger. We spreken niet veel. Weinig woorden. Alles in orde met je? ik hou van je, wees niet bang, heb je het koud? Alina zegt me dat ze het heel koud heeft. Andreas, ik ben bevroren, zeg Elena. Ik hou het niet langer uit. Ik wrijf haar warm als een gek. Mijn handen op haar rug zo veel ik kan. Alina draagt haar pantoffeltjes, ik draag mijn pantoffel. Ik ben met twee pantoffels in de sloep gekomen, maar ik ben de ene ergens kwijt gespeeld. Tegenover me begint Rania te rillen. Stop je voeten tussen mijn benen, zeg ik haar. Ik droeg een fluwelen broek. Ik druk haar voeten tussen mijn schenen en ik voel onmiddellijk het temperatuursverschil.
Haar voeten waren als hout. Ze hield haar Korinna stevig vast en vroeg aan Spyros hoe het met Nikolas was. Alleen omhelsden ze elkaar. Ik keek nergens anders, enkel naar de mensen die rondom mij zaten. Elena had het heel erg koud. Ik wikkelde haar in een tweede reddingsvest en probeerde zo veel mogelijk delen van haar lichaam te bedekken. Het was de eerste keer dat ik geen warme mantel mee op reis had genomen. Ik hda tegen Elena gezegd dat ik dit jaar een lichte mantel zou meenemen en nog een andere vest zonder mouwen met pluimpjes. Als ik het koud had, zou ik ze beiden dragen. Nu droeg ik enkel de lichte jas met een warm onderlijfje.
Zou ik de mantel uitdoen? Ik zou het niet uithouden. Ja, zo dacht ik! Ik telde hoeveel kleren mijn meisjes droegen. Alina was blijkbaar ok, op zich wel eigenaardig.
De pantoffeltjes waren doorweekt, maar hielden de warmte toch nog een beetje bij. Ik weet dat want het temperatuursverschil tussen mijn beide schenen was aanzienlijk. Elena was gered door het tweede thermische ondergoed dat ze droeg, en door de waterbestendige voering van haar trui. Ze had het koud toen ze neerzat. Ik wist dat ze de koude zou vergeten als ze weer bewoog. De gebeden van Rania waren alsmaar duidelijker te horen. Ze helpen me.
De tijdelijke rust is voorbij. Opeens regent het weer en steekt de wind weer op. En een ander schip duikt op. Heeft het ons gezien? We roepen, we schreeuwen, en het hele gedoe begint weer.
Francesco en Giorgis vechten met de touwen. Rania is weer de tussenschakel. Elena roept om hulp, Alina ook. Anderen roepen ook. Ik houd Alina vast. En het geklop begint weer. Maar nu kennen we het. De sloep is al kapot, en we weten wat er volgt. Elke keer als we vol geweld op het schip afstevenen, roept iemand luid JEZUS CHRISTUS OVERWINT ALLE KWAAD. En we zakken weer naar onder. En weer grijpen we het touwladder. Nu weet de eerste die het probeert hoe het moet en het lukt hem. De tweede, een priester, geen Griek echter, maar waarschijnlijk een Bulgaar, besluit om het te wagen. Hij is corpulent. Erg. We hebben een coordinatie gevonden. Giorgis volgt de golven. Als er een grote komt, roept hij “nee nee” en laten we het touwladder. En we zakken weer naar onder.
Wanneer er een kleine golf komt, roept hij “nu nu”. Francesco en twee anderen grijpen het touwladder. Je moet dan snel wegwezen. Elke keer wanneer iemand probeert, zijn we allemaal verstomd. De priester grijpt het touwladder weer, Giorgis zegt hem “nu”, de priester aarzelt, “maak dat je wegkomt” roepen de anderen. De priester klimt naar boven en blijft dan hangen. De sloep wordt opgetild door de volgende grote gold en knalt tegen de boot aan. Op het touwladder is niemand te zien. En zo gaat het maar verder. Zonder een minuut te verliezen (dat was het schokkendste van al, we voelden niks, het was gewoon van “de volgende”). Dan was een vrouw aan de beurt. De eerst vrouw die het probeerde. Twee pogingen doet ze. Bij de eerste zit het reddingsvest in de weg. Bij de tweede poging heeft ze het touwladder vast. Ik grijp het hoofd van Alina en duw het naar beneden. Ik sluit ook mijn ogen. Bravo bravo, naar boven, roept iedereen haar toe. De het touw achteraan knapt af en Giorgis springt naar voren om daar ook het touw door te snijden. De sloep drijft weg maar het touw vooraan kan niet doorgesneden worden. De vrouw is voor ons te zien boven op het touwladder. Tweede, derde, vierde sport en ze glijdt uit. Ze verdwijnt in de zee onder het schip. Iemand gooit een reddingsvest naar de plaats waar ze onder water ging. Wij hangen nog steeds vast met het touw en Giorgis roept naar de bemanning om ons lost te maken. WAT DOET DIE IDIOOT, HIJ ZAL ONS ALLEN DODEN. HIJ STUURT ONS ONDER HET ACHTERSTEVEN. SNIJ DE KOORD LOS! LAAT HET ZO, ROEPEN WE IN ALLE TALEN. Ze snijden het touw door en we drijven weer vrij rond.

We drijven voor het achtersteven van het schip. Broeders, we zijn er aan, we zijn er aan, roept Giorgis. Francesco verstijft en kijkt toe. Broeders, we zijn er aan, zegt Giorgis nog een keer. PAPA IK WIL NIET STERVEN, roept Alina. En we verstijven allemaal. Ik omhels haar stevig en roep met al mijn macht. JE ZULT NIET STERVEN ALINA. NIEMAND ZAL STERVEN. Ik zei het tegen Alina, maar het deed goed aan iedereen die in de sloep zat. En toen richtte ik mijn hoofd weer op.
Boven ons torende het achtersteven van het schip uit. Heel hoog en het ging nog verder de hoogte in door de golven. Voor ons de propeller. En dan valt het achtersteven naar beneden. En nog meer. Het was de tweede keer dat de dood me overspoelde binnen in mij. Absolute angst.
HET IS AFVOERWATER VAN HET SCHIP. EEN GOLF. ALLE HEILIGEN VAN ALLE RELIGIES WAREN DAAR. WIE WEET HET.
Iets duwde ons weg op het laatste moment. En het monster ploft neer op de golven achter ons en katapulteert ons 20 meter ver. Ik wil jullie niet, zegt het. Zijn we gered? Giorgis rent om het touw dat achter ons aansleept binnen te halen en dat in de propeller verstrikt dreigt te geraken. Als dat gebeurt zijn we verloren. Onze heilige Giorgis is erg snel. Hij zei me achteraf: mijn dochter belde me en zei me “papa waarom heb je het schip verlaten. De televisiezenders vertelden dat de bemanning de mensen aan hun lot hadden overgelaten”. Ach Giorgis, geef me je dochter eens dat ik haar zeg wat haar vader heeft gedaan, antwoordde ik hem toen, en ik kust hem op zijn gewonde hoofd.

Weer alleen, met de golven en de regen. Het weer was ietsje beter. Het was niet meer zo wild. Iedereen was stil. We nemen allen onze gekende plaatsen in. We zijn vreselijk moe, maar ik voel toch, gezien we hier nu zijn, dat we het zullen halen. Deze sloep zinkt niet, zeg ik tegen iedereen. Laten we zwijgen en afwachten. Dit ding zinkt niet. Toch niet zolang er geen spleten zijn. We bleven nog een tijdje stil. En toen zagen we Alexandra. Ik hoorde nog een andere vrouwenstem buiten die van Rania en Elena. Een stevige, bijna strenge stem. Zij vertaalde ook naar het Italiaans en Engels. Maar nu zag ik haar. Haar mobiele telefoon pikte signaal op en ze begon te bellen. Ik hoorde dat ze sprake met mensen tijdens de rustige momenten. Enkel haar telefoon kon een signaal oppikken. Die van Rania vond maar af en toe signaal. Het was een Italiaans signaal, vernam ik later. Alexandra straalde zekerheid uit. Telkens ze iets zei, voelde je je goed. Een van haar kwaliteiten. Dan begon het wachten weer. Voor een derde schip? Niemand was er zo tuk op, had ik de indruk. Mijn linkerbroekspijp hing al vol bloed. Ik keek naar de voeten van Rania. Die zagen er OK uit. Dus moest het mijn been zijn. Ik trek mijn broekspijp op en ik zie bloed. Redelijk veel bloed. Hoog boven mijn scheen, net onder de knie doet het pijn. Het is zeker niet gebroken. Dat kan ik uitsluiten. Er ging niet zo veel tijd voorbij en opeens zagen we het derde schip. Ons hart maakte een sprong. Ze zagen ons en kwamen onze richting uit.

 

Episode vijf en de laatste: ABY JEANNETTE

DE REDDERS EN DE “REDDERS”
Het voorgevoel is goed bij het zicht van het schip. Het is enorm, 324 meter lang, en ligt laag. Het is zwaar geladen en heeft een grote diepgang. Hier kan ik er op, denk ik. Alles lijkt er beter uit te zien. Ik vond zelfs mijn tweede pantoffel terug. Alles schijnt beter te gaan lopen. Het regent niet meer, het waait nog wel redelijk, maar niet meer zo verschrikkelijk hard, maar er zijn toch nog hoge golven.
Giorgis zegt over de kapitein: dat is een slimme vent, die zal ons wellicht redden. We zien dat hij maneuvers uitvoert om tot bij ons te komen, zodat we beschut blijven van het weer. Een slimme man. Dat kan ik achteraf alleen maar bevestigen.

Alexandra zegt ons dat Athene op de hoogte is gebracht en wanneer ik zeg dat haar familieleden de autoriteiten moeten verwittingen antwoordt ze dat ze niemand hoger in de hierarchie kan op de hoogte brengen dan degene die is verwittigd. Ik ben compleet rustig wanneer de boot naast ons ligt.
De golven doen ons deinen, en wanneer we naar boven worden getild, zien we het dek en de matrozen. Ik ben er zeker van dat ik op dit touwladder kan klimmen.
Vanop het schip wuiven ze en roepen ze naar ons. Het zijn Filipino’s. Ze gooien de trossen naar ons. De kapitein manouvreert het schip zoals hij dat wil. Alsof hij aan het haken was, zei Girogis ons achteraf. Bij het eerste contact gooien ze ons al meteen water toe.
Ze proberen met volle macht. Een touw springt los en we beleven weer dat ongelofelijke gespartel op de sloep. Heel erg sterk. Een stuk van de sloep breekt af. En nog een slag. Alweer zo hard. De sloep splijt zichtbaar open. Christos zei nadien dat hij de matrozen zag huilen uit vrees dat ze ons zouden verliezne. Ik ben er zeker van dat het zo is. Het is niet makkelijk, zelfs nu nog niet wanneer ik er aan denk.
Het touwladder komen naar beneden We grijpen het vast. Iemand doet een eerste poging. Het lukt niet. Gelukkig valt hij in de sloep. En ook de tweede poging lukt niet. We verliezen echter niemand. Iemand roept dat we de touwen moeten losmaken, want anders zal de sloep breken. Rania schreeuwt dat we dat niet doen. Ik ben niet zo zeker, ik ben geneigd om in te stemmen om de touwen los te makenen ik roep dat we niet weggaan. Het touwladder wordt terug opgetrokken. Maar wat doen ze, vraagt iemand zich af. Een paar minuten later valt een dik net naar beneden dat is vastgebonden aan touwen. Zoiets als een zelf ontworpen mand. Slimme mensen. Ze willen ons redden.
Het enige wat we moeten doen, is ons stevig vasthouden aan de touwen. Zij zullen ons naar boven trekken.
Een voor een. Ik denk dat er eerst twee mannen naar boven werden getrokken. Het was duidelijk dat we allemaal deden wat we konden. Een vrouwenstem, niet van de bekenden, met een vreemd accent, zegt dat de moeders met de kinderen eerst moeten. Het was als een bevel. Ik draai me naar Eleni en ik zeg haar, Elena, jij en Alina nu. Andreas, zal ik het halen? Veel eerder dan ik, antwoord ik haar. Ik ben er zeker van dat Elena het zelfs op het touwladder samen met Alina aan kan. En Rania en Alexandra ook. Allen zijn het leeuwinnen geworden.
Elena benadert de mannen die het net onder controle houden. Het was niet makkelijk. Snelheid en coordinatie is nodig met de golven. Iemand houdt haar tegen en neemt haar plaats in. Elena wordt kwaad maar ik houd haar tegen. Het is er nu de tijd niet voor. Haar beurt komt nog. Alina stapt in het net en zij volgt. Alina, hou me stevig vast en laat me niet los, wat er ook gebeurt. Alina, je bent nergens bang voor, schreeuw ik haar toe, binnen een seconde ben je boven. En ze zijn weg. Mijn ziel zit helemaal vastgesnoerd, maar ik was zeker. Ik heb centimeter voor centimeter de vooruitang gemeten. Ze halen het. En opeens was ik iemand anders. Ik stond recht en riep Rania. Nu jij, denk niet verder na. Met haar kan er niets fout gaan. Alexandra stapt in het net met haar jongens. Zij met de kleine Rafi en de vader met Romeo. Ik stap door de sloep, ik zag alle gezichten en ik begreep dat er al die tijd twee Francescos waren. De ene was wat jonger, en hij behoorde ook tot de bemanning. Hij was doodsbang. De oudere  uitgeput. Giorgis is onvermoeibaar. Ik hoorde dat ze hem als voorlaatste, zeer tegen zijn zin, naar boven haalden. Ik zat naast een jonge kerel die veel pijn had. Georgos. Een vrachtwagenchauffeur. Ik aaide zijn gezicht en vroeg hem waar hij pijn had. Hij toont me zijn blote voetzolen. Brandwonden op de tenen en de hielen. Diepe wonden. Van de hel van de Norman Atlantic. Ik herinner me opeens ook mijn voeten. De pantoffel die ik droeg is rood geworden. Ik heb een witte en een rode. Iets ging niet goed en ik vroeg of ik naar boven kon worden gebracht. Onmiddellijk maakten ze plaats voor mij. Mijn oog viel op de tas van Elena. Zou ik die meenemen? Wat als een tas verloren gaan. Ze is ergens in Albanie gevonden, heb ik op het Italiaanse nieuws vandaag vernomen.

Ik greep me stevig vast. Ze begonnen me naar boven te trekken. Mijn telefoon ging voor het eerst over. Ik kwam boven aan. Ze grepen me bij mijn armen en bij mijn jas, en ze trokken me aan dek. Toen ik rechtop krabbelde, zag ik zeven mensen. Met touwen in de handen. Twee van hen waren gevallen. De grootste kwam tot aan mijn nek. En allen glimlachten ze. Toen hij mijn bebloede voet zag, probeerde de kleine Filippino Recio met de geschoren schedel me te omhelzen. Ik stelde hem gerust dat ik OK ben. Al de tijd dat we over het dek wandelden, kuste ik zijn handen en zijn kale kop. We stapten ongeveer honderd meter door de regen en wind, tot we in een beschutte ruimte kwam. Eindelijk ten einde! Einde?

Hij leidt meme naar de scheepsdokter. Vlak naast de ingang. Twee stappen. Mijn telefoon rinkelt weer. Ik spreek met mijn familie. Op 42 seconden tijd zijn mijn geliefden vanuit de hel in het paradijs en dan valt het signaal weg. Een kamertje met een bed en op het bed een aantal opgekrulde mensen. Elena weende. Alexandra omhelst koelbloedig Elena. Rania weende enkel wanneer ze later met haar geliefden aan de telefoon sprak. Spyros was nu weer een dokter, en niet langer een geredde. De vijf kinderen lagen allemaal met opgetrokken knieen op bed. Op het bed hield een lachende gelukkige man mijn Alina in zijn armen. Daar is papa weer, mijn liefje, zegt hij haar. Zij had hem nooit eerder gezien. Hij was niet op de sloep met haar. Het was Nikitas. Een schipbreukeling die uren had gezwommen tot de kapitein hem had opgevist. Nikitas heeft een moeilijke geschiedenis maar hij zal die zelf vertellen. Ooit. Hij draagt Filipijns ondergoed. Hij is meer dan 1,80 meter groot.

Spyros kijkt naar mijn been. Hij is orthopedicus. Ik had slechts een kleine wonde, maar er is een ader doorgesneden en het bloed heeft daardoor erg gestroomd. Op drie minuten tijd had Spyros alles in orde gebracht. De gebeurtenissen lopen nu heel snel. We worden naar een “slaapkamer” overgebracht. In de gangen zien we glimlachende gezichten die vriendelijk groeten. Met waardigheid. We zijn hun “buit” niet die ze fotograferen om dan de foto’s te tonen. Alsof we al dagen bij hen verbleven. Met de glimlach staan ze ons steeds terzijde. WIJ WERDEN DE PRIORITEIT OP HET SCHIP.
Ik wil niet melig doen maar bepaalde dingen moet wel bekend worden gemaakt, o.a. wat rentabiliteit betreft. Ze hebben ons alles gegeven. Je had maar iets te vragen en ze vonden het voor je. En als dat niet mogelijk was, dat waren ze droevig dat ze niets konden doen. Ze namen onze kleren. Ze wasten die, droogden ze en hebben ze nog gestreken ook. Dan het eten. Daar zijn geen woorden voor. De kok! Dat was onze kleine kale. De fantastische Recio. Bedankt dat jullie ons gered hebben, zei Elena hem. Maar jullie heb ons tegelijkertijd gered, antwoordde hij, en om verder te gaan, beschouw dit als jullie tweede leven. Wat ga je er mee doen?
De kok. En hij begon aan het eten. Hij bracht maar aan. We aten ontbijt, tienuurtje, middagmaal, namiddagmaal, avondmaal…. Ze gaan ons terugvinden met 2 tot 3 kilo extra en ga dan maar eens uitleggen dat je schipbreukeling was, zegt Christos, op een moment dat hij niet te kwaad is om te spreken.  En dan onze kinderen: een media player met ALLE kinderfilms (Rania, hoeveel heb je er bekeken de avonden dat je niet sliep?), Monopoly, domino, schaak. Een kinderparadijs. Ijs, zoetigheden, niet met porties, maar met hele dozen. De Filipino’s, allemaal jongeren die hun eerste baard nog moeten krijgen, kwamen af en toe discreet eens kijken, brachten iets en verdwenen dan weer. We hadden zelfs niet eens de tijd om bedankt te zeggen.

We konden overal rondlopen. Je opende een deur en je stapte binnen. Niemand zei iets. Enkel glimlachen. Op de brug van het schip: een speeltuin voor de kinderen! Met de verrekijker van de kapitein, op de plaats van de kapitein. En niemand viel hen lastig.
De naam van de kapitein is Solarte Rodrigo Bolo. Fantastische man, zachtmoedig, vader voor de hele bemanning, en leider, dat zag ik meermaals, en ik weet hoe je mensen moet behandelen.
De heterogene groep van mensen probeert elkaar te leren kennen. Want het leven heeft onze negen uur lang samen verbonden op een zeer, zeer dunnen lijn. En zo voel je je met iedereen verbonden. Of je nu bij elkaar past of niet. En als je bij elkaar past, dan weet je dat je vrienden voor het leven hebt gevonden. Je zult immer verbonden zijn met iedereen. Wij vonden Rania, Spyros en Alexandra.
Zondag 28 december is voorbij. De gelukkigste dag uit mijn leven. Ik zal mijn verjaardag verplaatsen.
De volgende dag, 29 december, laat Alexandra haar organisatorische kwaliteiten zien. Ze maakt lijsten met namen en telefoonnummers. Ze maakt fotokopies, spreekt aan de telefoon, en geeft informatie. Een leidster. Heb je iets nodig? Naar Alexandra. En dan begint het ireële.

Het schip blijft op dezelfde plaats waar het ons gevonden heeft. Het draait in cirkels. De zon komt er door (!!!) en we zien de schepen die deelgenomen hebben aan de reddingsoperatie. Ze vormen een enorme cirkel rond de Norman Atlantic. We zien vaag de rook  van het vuur, en de helikopters. De eerste dag ging snel voorbij. We kregen onze schone kleren terug (het was onmogelijk om schoenen te vinden, dus liep ik rond in pantoffels met nummer 37). Een helikopter nam de gewonde Bulgaar van boord (hij had zijn schouder gebroken in een poging om aan boord te klimmen. Gelukkig gooide de golf, nadat hij naar beneden was gestort, hem weer aan boord).
We leren elkaar uur na uur beter kennen. Nikitas vraagt vaak hoe het met Alina is. Nikitas heeft ruige tattoes op zijn armen, maar hij weent als een kind wanneer hij in de armen van zijn redders valt. Wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan, wat voor fouten heb ik gemaakt, zegt hij me……. Nikitas, je hebt een groot, goed  hart. Je zit vol met liefde. Voor iedereen. Iemand die dat in jou niet ziet, is je vijand.
De telefoons van Rania en Dimitris staan roodgloeiend. Haar neef en nicht en hun kinderen zijn allemaal OK. Dat was het koppel dokters dat is achtergebleven op het schip en iedereen hielpen.
Rania heeft connecties. Alexandra ook. Allen zullen ze iemand verwittigen. Wanneer zullen we aan land gaan? We hebben nog geen antwoord..
Onze scenarios. We moeten verplicht 48 uur aan boord blijven om de andere schipbreukelingen. Nog een nacht aan boord van een schip. Het is moeilijk om op een stoel te slapen. De Filipino’s hebben ons alles gegeven, maar hun bed hebben ze niet afgestaan. We hadden, denk ik, ongeveer 2 tot 3 kajuiten waar we ons konden wassen, maar we zijn met 59 op een schip dat plaats biedt voor 20. ‘s Avonds is het moeilijk. De karakters en hun zwakheden komen naar boven. Sommigen zijn echt ezels, en niets maakt mensen van hen. We zijn met 21 Grieken, 4 Albanezen, en 4 Duitsers, 1 Nederlander (hij heeft echt een strijd geleverd in de sloep, erg koelbloedig), 2 Italianen, 2 Bulgaren, 1 Roemeen en 1 Turk. 2 nationaliteiten hadden ezels.

Maandag 29 december. Wanneer kunnen we gaan? Verdorie, en het weer wordt weer slecht. Er is sneeuw en koude op komst. En wij zitten nog op het schip.
De kapitein rukte zich de haren uit het hoofd wegens de chaos van de Italiaanse autoriteiten. We zijn op DRIE UUR VAN KORFOE. Ze zeggen ons dat we naar KROATIE (!!!!????) moeten varen. Hij weigert koppig. Hoe kan hij daar mensen afleveren die geen papieren hebben, in een land buiten de Europese Unie?
Wij gebruiken alle middelen die we kennen zodat er iets logisch zal gebeuren. Kroatië zeg! Rania spreekt met een ochtendprogramma. Alexandra ook.
We vallen uit de lucht. Ze weten van ons bestaan af, maar officieel bestaan we niet. Jammer genoeg heeft de Italiaanse overheid de verantwoordelijkheid genomen, en we kunnen niets doen, zeggen de mensen die we kennen.
Onaanvaardbaar. We moeten iets doen, zegt de journaliste. De uitzending is voorbij en we zijn vergeten. Misschien morgen weer. Maar een opnieuw opgewarmd thema komt niet meer op antenne. Behalve als er dood en bloed LIVE bij komt kijken.
HET FEIT DAT VIJF KINDEREN HEBBEN MEEGEMAAKT WAT U HIER LEES, EN WAT U KIPPENVEL DOET KRIJGEN, SCHIJNT NIEMAND TE DEREN.
Laat ons maar. Wij hebben nog controle over ons brein. DE KINDEREN??? WAT VOOR SCHADE HEBBEN ZIJ NIET OPGENOMEN????
Heeft de Italiaanse overheid de verantwoordelijkheid opgenomen? Dat snap ik volledig. Jij, die geen verantwoordelijkheid draagt, wat doe jij? VOELT HET ALSOF JE EEN VERANTWOORDELIJKHEID DRAAGT???
Waarom dan:
Α. Bel je dan officieel onze “leider” en breng je haar op de hoogte? Je legt haar de plannen uit die de Italianen gemaakt hebben. Als er iets verandert, bel je opnieuw en breng je haar opnieuw op de hoogte. Je creëert een gevoel van veiligheid. Oficieel worden alle onderdanen vermeld, behalve de Grieken.
Î’. Vanaf het moment dat je hoort dat er ook maar een kind aan boord is, stuur je een Super Puma, met een Super Man of een Super Duck, of alles wat de Italianen toelaten. En een KINDERPSYCHOLOOG. Om voor de zielen te zorgen. (De verantwoordelijken denken enkel aan de verkiezingen).
Dat zou toch iemand onder nummer 2 kunnen doen. Hoeveel kost het om een privé helikopter te huren en een kinderpsycholoog te sturen?
[…..]

En alles draait weer op niets uit. We gaan naar Bari, zeggen de Italianen. En dan weer wordt er gesproken van Bari, dan weer van Brindisi. Nee, zeggen de Italianen. Jullie gaan naar Manfredonia. Maar jongens toch! Wat is dit nu weer? Een klein haventje ten noorden van Ancona, daar willen de Italianen ons van boord halen? Een reis van 12 uur. Het weerbericht zegt dat er sneeuw op komst is, en wij zullen elkaar weer zien in Manfredonia.
De stuurman wordt gek van het gekl…. (sorry voor het woord). Hij heeft 59 mensen aan boord zegt hij tegen de Italianen (nog steeds kalm) en reddingsvesten voor 25. Ik die deze mensen heb opgepikt, wil niet vragen dat jullie me komen oppikken. Naar Manfredonia, zeggen de Italianen, daar zul je ze af zetten.
En we vertrekken. Ons broeders zagen ons als wrakken wegens de vermoeidheid en ze leggen ons op om naar de kajuiten te gaan om te gaan slapen. Dat was op de vijfde verdieping. We liggen met drie op een bed. Het schip beweegt. Alina is in paniek en vraagt ons om weer naar beneden te gaan, bij de anderen, om allemaal samen te zijn.
(Ondertussen heeft de school van mijn dochter met een kinderpsycholoog opgenomen)
We gaan naar beneden. Ik sliep op de vloer. Op een bepaald moment schudt het schip heel erg en is er iets te horen via de megafoons. Ik schiet recht. Ik beleef het opnieuw. Ik ga uit mijn dak. Elena komt ook naar beneden.

Dinsdag 30 december. We zien het dag worden in Manfredonia. We pakken onze spullen bij elkaar. Vooruit, laten we wegwezen. We nemen foto’s, nemen afscheid, omhelsen mekaar. We zijn weg.
De bemanning heeft een geldophaling georganiseerd en heeft 500 euro verzameld en geeft ons dat! We worden gek. Nikitas huilt zowaar!
De plannen zijn in volle ontplooiing. We wachten op een Super Puma zegt de ene. Op een fregat zeg ik. C130 zegt iemand anders. En wat we ook mogen verwachten. We wachten op het schip. Buiten is er een sneeuwstorm. Zeer slecht weer. We wachten en daar komt het. U hebt wellicht al van die bootjes gezien met een grote cabine er op. Wel, zulk een klein bootje komt er aan, met een enorme cabine.
Het is een boot van de havenpolitie. Het heeft rondjes gevaren rond ons “monster”.  Het plan: een stalen kabel aan onze boot binden, en dan met een soort van kooi ons een voor een van boord halen. Bij een sneeuwstorm. Is dat ernst? Ik kan niet langer dan 30 seconden blijven zitten. Ik kan mijn oren niet gelove, dat iemand zoiets durft voor te stellen. De kapitein lijkt rustig, maar hij fronst bedenkelijk de wenkbrauewn.
Ik laat hen zo niet van boord gaan. Ik laat dat enkel toe indien u een manier kunt vinden die 150% veilig is.
De kist doet nog twee rondjes en verdwijnt dan.
Een nieuw plan……. Laat maar zo, moet de rederij gedacht hebben. We zijn in problemen geraakt met Nieuwjaar en we zullen rondjes varen tot Pasen.
De eigenaar neemt de verantwoordelijkheid en beslist om ons naar (hou u vast) Taranta te brengen (Ik heb die naam sinds de lagere school niet meer gehoord) in Zuid-Italie (als u goed zoekt vindt u het in de hak van de Italiaanse laars) naar de grootste Italiaanse zeemachtbasis.
Enzo vertrekken we dus (de motor heeft pech gedurende 2 uur, maar de matrozen slagen er in om hem te herstellen). En we varen nu naar het Zuiden!
En het is weer nacht. Ik slaap niet. Ik val flauw van de slaap.

WOENSDAG 31 DECEMBER. Het wordt dag. We komen in Zuid-Italie aan.
Tegen de middag komen we aan in de basis. Overal sneeuw. Beeld je in hoe het er in Noord-Italie uit ziet.
We zitten als duiven op een draad, verkleumd, en ze zullen ons met een grotere kustwachtboot komen ophalen.
De leugens zijn voorbij.
We gaan aan boord van het schip van de havenpolitie. Die dragen een uniform en hebben echt een evacuatieplan.
Na een paar uur komen de warme jassen, schoenen en sokken. En we kunnen van boord.
40 verpleegkundigen wachten ons op.
We zijn van boord!!!!
We zijn rond 6 uur ‘s ochtends op zondag gezonken, en we zijn aan land gegaan laat op de middag op woensdag.
Er is nog heel wat meer te vertellen. Misschien een andere keer.
Om 12:59 was ik thuis.

Als er iets moet gedaan worden, laat het dan zijn voor de 20 ENGELEN VAN DE ABY JEANNETTE

11 thoughts on “Ooggetuigenverslag Norman Atlantic

  1. εισαι ψυχουλα ρε μπαγασα, εκατσες και το μεταφρασες ολο. το διαβασα ολο και εχω γινει λιωμα.

  2. Dank je wel Bruno voor al je tijd die je gestoken hebt om dit te vertalen… met tranen heb ik dit gelezen. Wat een nachtmerrie voor al die mensen.
    Wens je al het goede voor 1015!

  3. Wat een verhaal. Dat verzin je gewoon niet. Lijkt wel een filmscenario. Deze mensen hebben verschrikkelijk geluk gehad. En wat een fouten en falen van reder en overheden. Dank voor het vele vertaal werk.

  4. Geweldig werk Bruno. Ik heb zelf 2 dochtertjes en heb me volledig kunnen inleven in de angsten van die man, mijn haren staan nog steeds verticaal. Dit moet verfilmd worden.

  5. Ik vloel me erg mee met deze mensen. Zo vaak heb ik zelf met mijn familie deze overzet GR-IT en v.v. ondernomen. Wat me al was opgevallen voor deze ramp was het bar slechte personeel de laatste jaren. In de garage van deze schepen, was zeker 90 % van het personeel aziatisch (ik spreek nu al van 6 jaar geleden). Ik heb niets tegen deze mensen, zij moeten ook aan de kost komen, maar veel meer dan LEFT en RIGHT, kenden ze niet. We hadden ons toen al afgevraagd: “Hoe deze mensen ons zouden helpen in een noodsituatie?” Verder heb ik in de Griekse media, totaal niets gehoord van Annek lines zelf, geen enkele uitleg, zelfs geen innige deelneming voor de familie van de slachtoffers. Gewoon onmenselijk!

  6. Ademloos gelezen, Hulde voor de man die dit heeft geschreven en goed vertaald door Bruno. Onvoorstelbaar dat er verder niet veel aandacht meer aan wordt geschonken in de pers en vooral niet over alle fouten die weer de doofpot in gaan.

  7. daar wordt zeker aandacht gegeven door bepaalde media … maar nee de meesten kunnen alleen maar kritiek geven.. ALS ALS en ALS als bestaat niet gelijk ze zegen… de reddingswerkers hebben hun best gedaan Griekenland Italie Bravo tous… het kan altijd beter natuurlijk … hoop dat ze van hun fouten hebben geleerd … nu kunnen Grieken en Italianen beginnen met de schuld op elkaar te schuiven zoals gewoonlijk … de Kapitein geeft de schuld aan ANEK bij bepaalde dingen ik weet dat de eindverantwoordelijke de kapitein is en niet ANEK of jan met de pet ΚΡΙΤΗΣ Ο ΚΑΘΕ ΓΥΦΤΟΣ dat de Italiaanse maatschappij VISEMAR di Navigazione SRl zich maar begint te verontschuldigen voor hun sapiokaravo ….

  8. Er is in dit verhaal toch maar één grote schuldige denk ik. Dat is de authoriteit die dit schip een bewijs van zeewaardigheid heeft gegeven.
    Hoe het er tegenwoordig aan toegaat weet ik niet. Maar ik herinner me een reportage, een aantal jaren geleden, waarin aangetoond werd dat je in Griekenland de meest onveilige drijvende bom goedgekeurd kreeg. Het bijhorende envelopje was wel iets dikker dan bij een doktersbezoek.

  9. Dus de Griekse redersmaatschappij treft geen enkele blaam dat ze een wrak leasen, er een likje verf overheen smeren en het tussen Patras en Ancona inleggen?
    Komaan @Europa, je mag dan wel van je vaderland houden, maar niet blind zijn.

  10. Dat zeg ik toch niet re Bruno …. En maak u geen zorgen ben nog niet blind … beide hebben schuld dat zal hun ook leren zo’n boten te huren en trouwens de maatschappijen hadden nog tijd om de mankementen in orde te brengen… En het is nog te vroeg om iemand te beschuldigen …. Ze zeiden toch dat de boot zo vies was dat de bestuurders in de auto’s of vrachtwagens verbleven voor het zelfde geld zijn zij of de verstekelingen de oorzaak van het vuur…ANEK hier ANEK daar neem de volgende keer een Turkse boot die staan daar ook in Italië …heb gehoord van buren dat ze midden in de zee stil vallen …

  11. Pfffff, wat een verhaal, schokkend om het zo in detail te lezen. Dank voor het vertalen en plaatsen hier. Ik wens hen alle goeds toe in de toekomst, kan me voorstellen dat het is alsof je opnieuw geboren wordt en een nieuw leven voor je hebt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *