Er is tegenwoordig een internationale dag voor allerlei zaken. Zo veel zaken, dat het ons waarschijnlijk ondertussen allemaal boven het hoofd groeit. Of misschien ook onverschillig laat. Of de Werelddag tegen Armoede vandaag in Griekenland wordt herdacht, durf ik ten zeerste te betwijfelen. Misschien zou het toch geen slecht idee zijn om dat te doen in een land dat snel aan het verpauperen is.
Eurostat publiceerde wat dat betreft gisteren ontstellende cijfers:
1 op 4 personen riskeerde armoede of sociale uitsluiting in de EU in 2014. Het zou om ongeveer 122 miljoen mensen gaan. Maar hoe ziet de situatie in Griekenland er uit? 36% van de Grieken loopt het risico om in deze weinig benijdenswaardige situatie te sukkelen (EU gemiddelde ligt op 24,4%). In 2008 lag dat nog op 28,1% (wat natuurlijk nog beschamend hoog is). In slechts 2 landen van de EU is de situatie nog erger: Roemenië (40,2% en Bulgarije (40,1%). We zijn aan een race to the bottom bezig, lijkt het. Dus die werelddag tegen armoede lijkt me vooral een pleister op een houten been.
Wat lezen we verder over Griekenland?
- 22,1% van de Grieken riskeert inkomensarmoede (niet moeilijk met een werkloosheidsgraad van meer dan 25% en meer dan een miljoen mensen die langdurig werkloos zijn en geen enkele vorm van inkomen meer hebben),
- 21,5% van de Grieken leven in een toestand van ernstige materiële deprivatie,
- 17,2% leeft in een gezin met erg lage arbeidsintensiteit. Daarmee wordt bedoeld dat de ouders minder dan 20% van het potentieel van de mogelijke werktijd werkt.
Het persbericht van Eurostat is geen leesvoer waar je vrolijk van wordt, maar “gelukkig” komt er voor Griekenland een derde reddingspakket. Het land gaat nog maar eens gered worden. Alleen: de maatregelen die daarvoor gisteren in het parlement zijn gestemd, zullen zeker niet leiden tot een omgekeerde trend van wat Eurostat de voorbije 6 jaar heeft gezien.