Het eerste voedingsproduct dat meteen in uw hoofd opkomt als we het over Griekenland hebben, moet wel feta zijn: de Griekse kaas die in heel veel gerechten wordt gebruikt. Feta is een kaas die wordt gemaakt van schapenmelk, of desnoods van een mengeling van schapen- en geitenmelk. De kaas bevat 43% vet (dat is dus niet mager, in tegenstelling tot wat velen lijken te denken!) en wordt gemaakt door de melk te laten rijpen gedurende 2 maanden in houten tonnen. Sinds 2002 is de naam exclusief Grieks; voordien bestond er een Deense variant met dezelfde naam op basis van koeienmelk, die qua smaak echt niet in de buurt kwam van de Griekse feta. Die kaas mag dan ook niet meer feta worden genoemd. Deense blauwe is trouwens ook geen Roquefort, nietwaar?
Griekenland wil nu van zijn beroemdste kaas blijkbaar een primair exportproduct maken. Daartoe is reeds een website gemaakt -zowaar met de steun van de Europese Unie-, genaamd www.fetamania.gr. En zonet is 2008 hier al uitgeroepen tot het jaar van de feta. Als die betekent dat er nu tonnen (de houten vaten dus) feta zal worden uitgevoerd, dan ziet het er goed uit voor de Belgen. Dan kunnen ook zij eens genieten van een “half harde feta (ημίσκληρη) van het vat”. U neemt nadien nooit meer een plastic doosje.