Afgelopen week heeft het Europese Parlement een resolutie aangenomen waarin het zijn bezorgdheid uitdrukt over de toestand van de rechtsstaat in Griekenland, en over het feit dat de EU waarden in het land onder druk staan. In de resolutie wordt gewag gemaakt van dingen die u wellicht hier bij mij ook al hebt gelezen.
Zo is er de Persvrijheid die gevaar loopt. De moord op journalist Georgios Karaivaz in april 2021 is nog steeds niet opgehelder. Journalisten worden volgens de resolutie onderworpen aan fysiek geweld en verbale aanvallen en dreigingen (ook door politici). De privacy van de journalisten wordt geschonden door spyware en door onrechtmatige rechtszaken (de zogenaamde SLAPPs).
Het Europese Parlement is verder bezorgd over de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie voor de audiovisuele sector, over het feit dat media meer en meer geconcentreerd in handen van oligarchen komt, maar ook over de verdeling van overheidssubsidies.Verder wijst het Europese Parlement op het buitensporige politiegeweld, op de ondermaatse juridische onderzoeken en op rechtspraak, maar ook op verspreide corruptie, en op het feit dat leden van de politie onderdeel uitmaken van de georganiseerde misdaad.
Ook wordt er melding gemaakt van de onmenselijke behandeling van migranten, van de pushbacks (altijd ontkend door de Griekse autoriteiten), van de aanvallen op de maatschappelijke middenveld en van het juridische jennen van mensenrechtenactivisten.
En er wordt ook verwezen naar het treinongeluk van Tempi, waar de Openbare Aanklager van de EU tussenbeide is gekomen, maar zonder resultaat, want de tussenkomst wordt door de overheid compleet genegeerd.
De resolutie stelt dat de ”Europese Commissie ten volle gebruik [moet] maken van de beschikbare instrumenten om de schendingen van EU-waarden in Griekenland aan te pakken, waaronder enerzijds de beoordeling van het gebruik van EU-middelen in het kader van de verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen overeenkomstig het Handvest van de grondrechten, en anderzijds de beoordeling van de niet-uitvoering van vonnissen van Europese rechtbanken overeenkomstig de verordening over de rechtsstaat.” Met andere woorden: financiering voor Griekenland zou wel eens een van de wapens kunnen zijn om het land tot de orde te roepen.
De voorbije maanden hadden we dit soort kritiek in Griekenland ook al gehoord. De lijn van verdediging vanuit regeringshoek was steeds dat alles in de stembusgang is bepaald. Want als er iets is wat deze regering kenmerkt, dan is het wel dat ze zich vrijgesteld voelt van kritiek en dat niemand het recht heeft om te klagen want 41% heeft voor deze regering gestemd (dat is: 41% van de minderheid van de Grieken die de moeite heeft genomen om te gaan stemmen). En wie zich waagt aan kritiek, is een ανθέλληνας – een anti-griek, als het ware.
Ik zou durven beweren dat iemand die kritiek uit op de regering, zich bekommert om het lot van dit land en zijn bewoners. Anders zou hij doen, wat zo vele anderen hebben gedaan: Griekenland de rug toekeren en zijn geluk gaan zoeken in het buitenland.
Ondanks het feit dat de resolutie in het Europese Parlement was aangenomen met 330 stemmen voor, 254 tegen en 26 onthoudingen, vond de regering toch wel weer dat dit het werk was van vijanden van het vaderland. Natuurlijk krijgen een aantal politici het benauwd, want als de financiering vanuit Brussel opdroogt, dan ziet het er echt niet goed uit.
“Er zijn Griekse leden van het Europees Parlement die hun kleinzielige partijbelangen boven de belangen van Griekenland stellen en die stemmen voor een resolutie vol lasterlijke verwijzingen waarin wordt gesproken over het beperken of opschorten van de financiering van ons land. Dit is het meest betreurenswaardige,” zo luidde het commentaar van regeringswoordvoerder Pavlos Marinakis (niet verwant aan de oligarch).
Minister van Staat Makis Voridis (ik herhaal nog maar eens: ooit voorzitter van de partij die door de gevangen gezette juntaleider Papadopoulos was opgericht) zei er het volgende over: “De resolutie van het Europees Parlement om de premier en om Nea Dimokratia aan te vallen, richt zich uiteindelijk op Griekenland. Het is het resultaat van een gepassioneerd politiek debat. Zeggen dat er een probleem is met de persvrijheid in Griekenland, verwijzend naar de rechtszaken die burgers hebben aangespannen vanwege publicaties die zij als beledigend voor hen beschouwden, is absoluut onaanvaardbaar. Elke burger heeft het recht om zijn toevlucht te zoeken bij justitie, daar waar een sterke rechtsstaat bestaat.”
Europees Parlementslid voor de regerende partij, Anna Michelle Asimakopoulou, schreef in een tweet: “Voor de 7e keer brengt een groep obsessieve en politiek gemotiveerde Europarlementariërs die iedereen kent, een resolutie over de rechtsstaat en mediavrijheid in Griekenland voor het Europese Parlement. Scripta manent. Griekse Europarlementariërs belasteren Griekenland voor klein partijdig gewin in de aanloop naar de Europese verkiezingen.” Asimakopoulou gaat binnenkort “on tour” zoals ze het zelf schrijft, voor een Griekenland met zelfvertrouwen en uiterste trots.
U bespeurt wellicht een patroon, en dat is er een van ontkenning. De oorzaak wordt gelegd bij politici van de oppositie, maar dat is gerekend buiten onafhanelijke instituies die al langer aan de alarmbel hangen. Voorzitter van de EVP (Europese Volkspartij) Manfred Weber kwam na de resolutie nog even voorbij in Griekenland met de volgende tweet. “Read the room”, zou ik hem adviseren.