Binnenroepers

Indien u ooit in Griekenland op vakantie bent geweest, zult u ze al wel hebben gezien: de binnenroepers. Dit zijn mensen die klanten naar een taverna of restaurant moeten lokken. Ze zijn altijd keurig uitgedost, laten de voorbijganger de kaart zien, of adverteren dat de zaak airco heeft, of een mooi zicht, of wat dan ook. Een enkele keer kleedt een binnenroeper zich als een “tsolias” (of evzoon, zoals de wacht aan het parlement in Athene).
Toen we vorig jaar door de rue des Bouchers in Brussel liepen, voelden we ons meteen thuis: je hebt daar immers ook binnenroepers, en sommigen onder hen bleken zelfs Grieken te zijn! Hoewel we nergens zijn binnen geweest, hebben we met een paar onder hen toch een praatje geslagen.

En wat lees ik nu in de Standaard? Dat men gaat optreden tegen deze binnenroepers: blijkbaar vindt men dat binnenroepers de mensen lastig vallen. Daar kan ik nu moeilijk bij: als je niet wil, zeg je toch gewoon “nee, dank u wel”? Maar ik merk hier in Griekenland inderdaad dat vele toeristen niet de assertiviteit hebben om te reageren en vaak niet weten hoe ze moeten reageren op binnenroepers. De Belgische oplossing is om er een rechtszaak van te maken. Het is één van de karakteristieken van mijn vaderland waar ik het heel erg moeilijk mee heb. Iemand voelt zich lastig gevallen en prompt moet er een regeltje worden ingevoerd dat een bepaald gedrag verbiedt. Dit is gewoon menselijke communicatie: die kun je toch moeilijk gaan verbieden?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *