Mijn ouders zijn een weekje op bezoek, dus ik ga niet meer elke dag posts uit Griekenland zitten intikken, dat zult u wel begrijpen. Vandaag reizen ze heel Athene gratis rond: het is de laatste dag van de Europese Mobiliteitsweek en het openbaar vervoer in Athene en Thessaloniki is gratis. Eerlijk gezegd wist ik er niets van: die actie is compleet aan mij voorbij gegaan deze week. Autoluwe zondagen, dat lukt hier helemaal niet en zelfs vandaag, met gratis openbaar vervoer, merk ik nauwelijks minder verkeer. Er is ook geen enkele actie die het publiek probeert bewust te maken, zo lijkt het me: vandaag kondigde een slording gefotokopieerd A4-tje aan de ingang van de stations aan dat het publiek niet betaalt op 22 september. Maar goed: mijn ouders kunnen niet klagen.
Wat me nu tijdens dit bezoek begint op te vallen, is het feit dat ik het alsmaar moeilijker krijg om vlot woorden te vinden als ik Vlaams spreek. Ik spreek eigenlijk zo goed als nooit nog mijn moedertaal, hoewel ik ze wel lees en schrijf (zonder problemen, mag ik hopen). Maar tijdens een gesprek kan het gebeuren dat ik soms moet zoeken naar een woord. Vaak zijn dat minder frequent gebruikte woorden weliswaar. En na een tijdje kom ik er wel weer op. Verder sluipen er allerlei Griekse stopwoordjes zoals “ja”, “nee”, “dus”, en dat soort dingen, in mijn Vlaams. Ik had niet gedacht dat ik er ooit last van zou hebben.