Met open mond kijk ik naar de beelden op TV. Het hele centrum van Athene staat in brand. Alle winkels zijn geplunderd. In de buurt van Omonoia is een wapenhandel leeggeroofd. Politie staat er bij en kijkt er naar, want ze heeft de bevel gekregen om een verdedigende houding aan te nemen, om verdere dodelijke slachtoffers te vermijden.
De schade is onbeschrijfelijk groot, en niet alleen in Athene. Thessaloniki, Patras, Larissa, Heraklion, Chania, noem maar op. Het lijkt me dat een hele generatie van gedesillusioneerde jongeren de straat is opgekomen om zich af te reageren. Dit is een protest tegen de onkunde van een regering die niet in staat is om orde te scheppen, die verdrinkt in de schandalen, en die niet optreedt in momenten van grote nood. Op dit ogenblik is er een ministerraad aan de gang en morgen gaat premier Karamanlis de president en de andere politieke leiders “informeren”. Ik denk dat iedereen wel degelijk geïnformeerd is. Als er vandaag geen actie wordt ondernomen, dan weet ik niet waar dit allemaal gaat eindigen. Men durft geen noodtoestand uit te roepen, omdat dit herinneringen aan de junta meebrengt. Maar zo blijven staan, en niet reageren, is zeker niet de goede aanpak op dit moment.
Het is angstwekkend, want we weten niet waar het zal ophouden. Piraeus blijft voorlopig gespaard, maar we weten niet voor hoelang.