Nog even zwemmen bij volle maan bij Vai (inclusief de eclips) en het was tijd om te vertrekken uit Oost-Kreta. We waren namelijk flink onder de indruk van het westen van Kreta gekomen 2 jaar geleden (u vist de relevante posts er hier wel uit), en we wilden nog graag daar een paar dagen doorbrengen in de gekende plaatsjes. Maar de afstand van oost naar west overbruggen in 1 dag is echt wel de veel: het is toch wel een goeie 400 km en die gaan niet meteen over een rechte autosnelweg. Dus besloten we om via het zuiden van Kreta naar het westen te trekken. Het zuiden is toeristisch minder uitgebuit en zo kregen we de kans om deze omgeving ook eens te bekijken, zij het slechts cursorisch. De route ging via Sitia naar Ierapetra en zo verder naar de golf van Messara.
Ierapetra is de meest zuidelijke stad van Europa en ligt in een andere klimaatszone en dat zullen we geweten hebben! Toen we er langs kwamen, was het er ondraaglijk heet. We waren niet zo dol op de stad, ze bood een beetje een afgeleefde indruk (en dat terwijl Sitia echt leek opgebloeid). En blijkbaar weet de plaatselijke bevolking dat ook, want nog voor je echt in de stad komt, staan er overal grote borden met aankondigingen: TICKETS TO CHRISSI ISLAND.
Chrissi is een eilandje voor de kust van Ierapetra, waar je met een bootje naartoe wordt gebracht. Het is ongeveer 1 uur varen. Zelf ben ik er 10 jaar geleden een keertje geweest: het is er prachtig. Zandstranden met turquoise-blauw water, en heel speciale vegetatie. Het eiland is genoemd naar de gouden kleur van het zand. Destijds was het er nog erg rustig, maar er werd me dit keer verteld dat er dagelijks een massa toeristen naar het eiland worden gebracht. Zo veel zelfs, dat het ecosysteem van het eiland het niet meer kan dragen, volgens de groene jongens van Ierapetra. Er worden namelijk jeeps en bromfietsen naar het eiland gebracht (hoewel ze er niet toegelaten zijn). Die vernielen de fragiele wortels van de unieke ceders die op het eiland groeien. Toeristen plukken er ook de zeldzame lelie die er groeit en nemen zand mee.
Gevreesd wordt dat het nabijgelegen Koufonissi hetzelfde lot zal ondergaan: vanuit het uiterst toeristische Makrygialos brengt men daar nu ook al dagjestoeristen naartoe.
Wij hebben gepast, en reden verder langs de zuidkust, langs grote serres en weinig zeggende dorpjes. Enkel Myrtos leek ons enigszins de moeite, maar de andere dorpjes, vooral in de bergen, zijn niet bepaald uitnodigend. Het is wel duidelijk waarom het zuiden van Kreta minder toeristisch is.