Gisteren vermeldde ik 2 belangrijke bezienswaardigheden in Oost-Kreta: het palmstrand van Vai en het Minoïsche paleis van Kato Zakros. Wie in Sitia verblijft, kan daar natuurlijk ook aan het strand gaan zitten. Maar veruit het mooiste hoekje van Oost-Kreta, is het strand van Xerokambos (zie foto). 10 jaar geleden geraakte je er enkel via een verharde weg; nu ligt er asfalt. Nochtans blijken weinig mensen de weg te vinden naar Xerokambos (vanuit Zakros staat nogal onopzichtig een verkeersbord). Wij waren er op het drukste moment van het jaar (15 augustus) en er was echt weinig volk. Xeromkambos is nog grotendeels ongeschonden, en je kunt er kamers huren. We zagen er de ijsvogeltjes (halkyoniden) voorbij vliegen en af en toe naar een visje duiken. Een locale herder knoopte een gesprek met ons aan in het warme ondiepe water. Hij was 79 jaar oud en komt er elke dag zwemmen, ook in de winter. Hij was gestopt met roken, maar raki drinken deed ie nog wel. Ik zou me heel gelukkig prijzen als ik in dezelfde gezondheid zal verkeren op die leeftijd! Xerokambos is eigenlijk een verzameling van kleine strandjes. Sommige zijn zandstrandjes, en er is zelfs een “kleistrand” waar de locale bevolking vaak een modderbad komt nemen om de huid te verzorgen. Men noemt het daar “argilos”, naar de Griekse naam voor pottenbakkersklei.
Dichterbij Sitia zijn nog een aantal andere mooie stranden te vinden. In Palekastro heb je het Maridati strand dat enkel te bereiken is via een verharde weg. Ook in Palekastro heb je het Kouremenos strand, waar het heel hard waait, wat het uitstekend maakt voor de windsurfers. En even verderop dan Vai, heb je ook nog het Ermoupolis strand, wat eigenlijk de locale naam is voor het strand van Itanos; de Hellenistische nederzetting. Genoeg van stranden? De omgeving stikt van de kloven, waar natuurliefhebbers aan hun trekken komen. Enkele namen: Chochlakies (de wandeling vertrekt vanuit het dorpje in de buurt van Palekastro en brengt je op een goed half uur naar een werkelijk schitterend klein strandje), en de Kloof van de Doden. De wandeling begint vanuit Zakros (er is een bushalte aan de ingang) en je daalt af tot in Kato Zakros. De kloof heeft zijn naam gekregen omdat in de grotten aan beide kanten allerlei Minoïsche graven zijn ontdekt. U zult dus geen dode wandelaars tegenkomen.
Verder is er ook nog een mooie grot (niet voor mensen die aan claustrofobie lijden) – Spilia Pelekiton, met een klein ondergronds meertje, en het klooster van Toplou, een van de rijkste kloosters in de buurt. Bijna alle grond in Oost-Kreta behoort aan het klooster. Overal in de buurt zie je de windturbines die energie moeten opwekken. Toplou houdt zich ook bezig met het verwerken van biologisch gekweekte olijven en produceert misschien wel de lekkerste olijfolie van heel Griekenland. De naam van het klooster komt van het Grieks “Tou Oplou” – het klooster van het wapen, omdat het van de Turken een kanon mocht houden ter verdediging tegen piraten.
U wil wat meer groen? Op 10 km van Sitia bevindt zich het dorpje Roussa Ekklisia, een traditioneel Kretenzisch dorpje dat omgeven is door groen. Zoveel groen dat je het totaal niet verwacht in de droge woestenij van Oost-Kreta. De begroeiing is er gekomen omdat er heel wat bronnetjes in de buurt zijn. Er zit zelfs een bronnetje onder het kerkje van Roussa Ekklisia, wat meteen ook de naam verklaart. Roussa is afkomstig van “rheoussa” wat “stromend” betekent (u weet wel: panta rhei) en “ekklisia” is het Griekse woord voor kerk.
<wordt vervolgd>