Daar gaan de mooie cijfers en het primaire surplus. De voorbije jaren heeft de Griekse regering heel veel salarissen in de openbare sector zitten snijden. Ook de salarissen van de mensen die in justitie werken, moesten er aan geloven. In 2012 werden de lonen teruggebracht tot 3.023 euro voor de voorzitter van het Opperste Gerechtshof en 1.369 euro voor een vrederechter.

Het Griekse grondwettelijke hof besliste echter dat die besparingen ongrondwettelijk waren. De lonen moeten nu worden teruggebracht tot 4.134 euro voor de voorzitter en 1.488 euro voor een vrederechter. Met terugwerkende kracht. Dat betekent een knauw in de begroting: het gaat om ongeveer 100 miljoen euro om de achterstallige bedragen terug te betalen, en nog een extra 69 miljoen euro om vanaf nu de lonen op te trekken voor de rest van het jaar. De beslissing wordt niet horizontaal toegepast: enkel voor die groepen die naar het gerecht zijn gestapt om tegen de vermindering van hun lonen te protesteren.

Het is niet de eerste keer dat het grondwettelijk hof een dergelijke beslissing neemt. Eerder dit jaar is ook al beslist dat de besparingen op de lonen van het personeel in uniform (leger, zeemacht, politie en zo meer) ongrondwettelijk waren. De regering heeft daar ook al verscheidene honderden miljoenen euro moeten bijpassen, maar wist dat te verpakken als het uitbetalen van het primaire surplus.

Niet iedereen krijgt zo makkelijk gelijk van het grondwettelijk hof: de vakbonden van de privésector hebben eveneens een klacht ingediend tegen het terugbrengen van het minimumloon tot 586 euro, wat tot gevolg heeft dat alle lonen in die privésector zijn gedaald (omdat het minimumloon de basis is voor alle lonen). Maar ze hebben bot gevangen: volgens het hof zijn de besparingen in die sector wel grondwettelijk.