Hoewel ik van opleiding een filoloog ben, heb ik het niet zo vaak over taalkunde of literatuur op deze blog. Ik breng daar graag verandering in met het boek van Pieter Borghart: “Inleiding in the Nieuwgriekse literatuur van de 12de tot de 21ste eeuw”.

Een overzicht van 9 eeuwen literatuur in een enkel boek gieten, is sowieso een monnikenwerk, en wat de auteur hier heeft klaargespeeld, is bijzonder indrukwekkend.

Wanneer we spreken over Griekse literatuur, denkt iedereen bijna meteen aan namen (ik gebruikt de transcriptie uit het Grieks) als Xenofon, Aristofanis, Herodotos, Aischylos, Evripidis en velen anderen die al bekend zijn sinds de oudheid. Voor mij persoonlijk waren de namen van moderne schrijvers en dichters ook bekend: Kazantzakis, Gkatsos, Ritsos, Leivaditis, Markaris, om er maar enkele te noemen. Maar de periode tussen de oudheid en het heden is voor mij eigenlijk redelijk blank. En daar heeft het boek van Pieter Borghart verandering in gebracht.

Borghart begint zijn overzicht in de 12de eeuw: een moment in de Grieks-Helleense geschiedenis waarop Constantinopel nog niet is ingenomen door de Ottomanen, maar wel het moment waarop er (net zoals elders in Europa) werken ontstaan in de volkstaal, en ook het moment waarop er sprake is van het ontstaan van een Grieks gemeenschapsgevoel, in tegenstelling tot een Byzantijns gemeenschapsgevoel.

Het boek is verdeeld in acht hoofdstukken die elk een tijdsperiode beschrijven van verschillende tientallen jaren tot eeuwen, gevolgd door een epiloog die de literatuur van de crisis beschrijft. Elk hoofdstuk begint met een cultuurhistorische schets die interessante informatie bevat, zelfs voor mensen die niet zo dol zijn op literatuur. Wat het voor mij bijzonder aantrekkelijk maakte, was het feit dat er telkens een ideologische context wordt beschreven die ik in het Griekenland van nu nog steeds kan plaatsen.

De eerste twee hoofdstukken van het boek – “De Komneense Renaissance”, en “De Dynastie van de Palaiologen” – situeren zich nog steeds in de Byzantijnse periode. Ze beschrijven niet enkel de literaire productie maar ook de geschiedkundige context, die ik grotendeels ook al eens had gelezen bij John Julius Norwich. Het leuke aan dit boek is dat je kunt zien hoe de geschiedenis de literatuur heeft beïnvloed.

Het volgende hoofdstuk – “De Venetiaanse en Ottomaanse periode”toont aan dat Griekenland, ondanks de Ottomaanse bezetting, toch ook literair beïnvloed was door het Westen. Borghart schetst in dit hoofdstuk ook een beknopte geschiedenis die mij niet zo bekend was.

Adamantios Koraïs

In “De Verlichting” wordt de kiem gelegd voor de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Ottomaanse overheerser. Er wordt vaker als boutade beweerd dat Griekenland de Verlichting, zoals die door West-Europa zich verspreidde, niet had meegemaakt. Ik wist er zelf ook het fijne niet van, maar het mag duidelijk zijn dat een aantal Griekse intellectuelen wel degelijk de ideeën van de Aufklärung meenamen naar hun geboorteland. De verlichte denkers hielden zich in Griekenland ook bezig met de taalkwestie: welke versie van het Grieks zou de nieuw op te richten Staat spreken en schrijven? Het is een kwestie die lang heeft gewoed. Het was uiteindelijk Adamantios Koraïs die de fundamenten van het Nieuwgrieks heeft gelegd.

Dionysios Solomos

“De Romantiek”, een periode die ik in de Engelse literatuur graag heb bestudeerd, is zeer belangrijk geweest in de Griekse geschiedenis. Heel wat filhelleense intellectuelen, de meeste bekende onder hen is wellicht Lord Byron, steunden de Griekse vrijheidsstrijd. Bij het ontstaan van de Griekse natie diende opnieuw een identiteit te worden gecreëerd. En laat dit hoofdstuk dezer dagen nog steeds actueel zijn. In een periode waarin het noordelijke buurland van Griekenland vanaf nu officieel Noord-Macedonië wordt genoemd, blijkt dat een heleboel Grieken nog niet helemaal klaar zijn met de identiteit van het land dat in 1821 onafhankelijk werd van de Ottomanen (waarna een heel nieuwe onafhankelijkheid een aanvang nam, te beginnen met een noodlening die pas veel en veel later werd terugbetaald). De belangrijkste dichter in de periode van en meteen na de onafhankelijkheidsstrijd, is overigens Dionysios Solomos, wiens gedicht “Hymne aan de Vrijheid” de tekst is geworden van het Griekse nationale volkslied. U vindt het terug in het boek.

Alexandros Papadiamantis

Nadat Griekenland van onder het juk van de Ottomanen is uit gekomen, volgt de periode van de territoriale uitbreiding. Het is tevens de periode van het “Realisme en Naturalisme”, bewegingen die ook in Griekenland school maken, met de bekendste exponent Alexandros Papadiamantis, wiens huis op Skiathos nog steeds te bezichtigen is. De laatste helft van de 19de en het begin van de 20ste lijken mij in literair opzicht vooral een overgangsperiode te zijn in de Griekse geschiedenis.

Konstantinos Kavafis

Vanaf 1922 verandert er namelijk iets. Het is het jaar van de “Grote Catastrofe”, wanneer de Griekse troepen worden teruggeduwd uit Turkije en waarbij de Grieken gedwongen worden, na meer dan 3000 jaar ononderbroken aanwezigheid, de kusten van Klein-Azië te verlaten. Griekenland wordt met een vluchtelingencrisis geconfronteerd, en de inwijkelingen brengen ook een heel nieuwe cultuur met zich mee die enkel maar voor verrijking heeft gezorgd. In het hoofdstuk “Modernisme” komt de literaire productie van deze periode aan bod, met als voornaamste vertegenwoordiger de onnavolgbare Konstantinos Kavafis. Maar “Modernisme” beschrijft ook de situatie tijdens de Nazi-bezetting en tijdens de burgeroorlog. En net na deze burgeroorlog, zijn de grootmeesters Nikos Kazantzakis, en nobelprijswinnaars Odysseas Elytis en Georgos Seferis op hun hoogtepunt.

Het laatste hoofdstuk gaat over “Recente Tendensen en Postmodernisme” en hier komt de literaire productie aan bod tijdens het Kolonelsregime en na het herstel van de democratie in 1974. Een van de bekendste namen uit deze periode, is die van de communistische dichter Yiannis Ritsos. Zelfs als de naam u niets zegt, is de kans groot dat u zijn gedichten hebt gehoord, want vele er van zijn op muziek gezet door Mikis Theodorakis.

In dezelfde periode, net na het Kolonelsregime maakt Rea Galanaki haar debuut. Hoewel de Griekse literaire wereld toch vooral een mannenwereld is, biedt zij weerwerk, zowel met poëzie als proza, en laat ze ook een feministische stem horen.

De eerste uitgave van “Inleiding in de Nieuwgriekse Literatuur van de 12de tot de 21ste eeuw” uit 2012 houdt hier op, maar in de nieuwe editie voegt Pieter Borghart een epiloog toe die “De Literatuur van de Crisis” beschrijft. De crisis is in 2010 begonnen en is nog steeds niet voorbij. Het mag dan ook niet verwonderen dat de economische crisis op zich vaak een hoofdrolspeler is in de literaire werken uit deze periode. Borghart maakt een behoorlijk volledig overzicht van de literaire productie in het laatste decennium. De epiloog is dan ook een waardevolle en noodzakelijke aanvulling op de vorige editie van het boek, want het huidige tijdsgewricht zal nog lang invloed uitoefenen op het dagelijkse leven van de Grieken.

“Inleiding in de Nieuwgriekse Literatuur van de 12de tot de 21ste eeuw” is niet enkel een interessant en noodzakelijk (voor mij in ieder geval) boek, maar tevens een zeer verzorgde uitgave met harde kaft. Hoewel het voor mij enigszins academisch van aanpak is, is het toch een zeer vlot leesbaar boek, dat een bevoorrechte plaats zal krijgen in mijn boekenkast. Overigens zijn de pentekeningen die u hierboven heeft gezien, van de hand van Els Borghart, de zus van de auteur. Het boek is uitgegeven door SKRIBIS in Vlaanderen en door de Uitgeverij Ta Grammata in Nederland.

2 thoughts on “Boekentip: Inleiding in the Nieuwgriekse literatuur van de 12de tot de 21ste eeuw

  1. Heerlijke post vind ik dat. Helemaal nieuwsgierig geworden naar iets waar ik veel te weinig van af weet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *