Gisteren heeft minister van cultuur Georgos Voulgarakis een stukje van een voet terug in een fries van het Parthenon geplaatst (ik had al eerder geschreven dat de vice-rector van de universiteit had aangekondigd dat het stuk terug naar Athene zou komen). Het was een hele gebeurtenis met een grote symbolische waarde, want het beruchte stukje fries (het meet niet meer dan 11 bij 8 centimeter) was tot maandag in het bezit van het museum van de universiteit van Heidelberg. Maandag kreeg Voulgarakis in Heidelberg het stukje fries al persoonlijk overhandigd. De bedoeling is om het debat weer aan te zwengelen of andere musea hun stukken van het Parthenon moeten teruggeven of niet. Tot voor kort was het standpunt van de Griekse regering daarin nogal strikt: de stukken moeten absoluut, zonder voorwaarden terug komen. Maar nu klonk het toch al iets anders: “We zijn bereid te praten over de mogelijkheid om oude kunstwerken in bruikleen te geven of om tijdelijke tentoonstellingen te organiseren in de grote musea van het buitenland. We verkiezen om een open dialoog te houden met de buitenlandse musea”.