Het is erg rustig in Athene/Piraeus, want het is een verlengd weekend (niet wegens Griekse Pasen, want dat is pas binnen een goede maand, maar wegens de nationale feestdag – zie eerdere post). En dan ontvluchten driekwart van de Atheners de stad om het weekend door te brengen in hun “buitenverblijf”. Bijna elke Griekse familie heeft een buitenverblijf: vaak is dat het (groot)ouderlijk huis ergens in een dorp buiten Athene, dat in het bezit van de naar Athene uitgeweken familie is gebleven.
De exodus naar het platteland is niet zonder gevaar. Er zijn eigenlijk maar 2 grote autowegen (1 naar het noorden en 1 naar de Peloponessos) en die zaten vanaf donderdagavond al helemaal vol. De politie gebruikt zelfs de linkerrijstrook van de tegenovergestelde richting om het verkeer een beetje vlotter te laten verlopen. Morgen kan je vanaf 18:00u hetzelfde verwachting bij de terugkeer. Het risico op ongevallen is bijzonder groot, mede door het feit dat Grieken niet de meeste gedisciplineerde chauffeurs zijn en dat de autowegen niet altijd van de beste kwaliteit zijn.
Ik heb echter besloten om niet mee te doen aan die gekte. Ik ben dus in Athene gebleven, en het is nu best aangenaam om ‘s avonds een tochtje te maken door het pittoreske Plaka of het uitgaanscentrum Psirri. Een parkeerplaatsje bemachtigen is zelfs geen calvarietocht meer op deze dagen. Vanavond ga ik barbecue-en met een paar vrienden in Rafina (aan de oostkust) en morgen maken we tochtjes door Attica.