Premier Karamanlis krijgt nog maar eens een groep mensen tegen. Dit keer zijn het de handelaars van de Ilia, het gebied in het noordwesten van de Peloponnesos. Waarom? Omdat de handelaren in het centrum van Athene compensatie krijgen voor de schade die ze vorige week hebben opgelopen.
Ilia is een streek die vorig jaar zwaar is getroffen door de bosbranden van eind augustus en die eerder dit jaar, in juni, ook nog eens is getroffen door een behoorlijk zware aardbeving. Het is een landbouwgebied waar dit jaar nauwelijks 20% van een normale oogst werd binnengehaald. Ook de handelaren van Ilia hebben het moeilijk. Zij hebben vorig jaar na de bosbranden een aanvraag ingediend om compensatie te krijgen voor de schade die ze hadden geleden. De regering heeft die aanvraag toen niet aanvaard.
Overigens heeft de regering nog steeds een belangrijk deel van de beloofde steun niet uitbetaald. Het steekt deze mensen natuurlijk de ogen uit dat de handelaren in Athene meteen vergoed worden. Dit bevestigt voor hen het beeld dat de steden altijd gebaat zijn bij gunstige financiële maatregelen en dat het platteland aan zijn lot wordt overgelaten.
Het is natuurlijk begrijpelijk dat Karamanlis niet lang wacht met het vergoeden van de schade in centraal Athene. Uitgebrande gebouwen in de dure winkelstraat Ermou zijn natuurlijk geen beelden die je aan de buitenwereld wil tonen. En die buitenwereld zal natuurlijk eerder Ermou te zien krijgen, dan Ilia.