In een democratie hebben mensen het recht om te zeggen wat ze willen. Dat lijkt het principe te zijn. Misschien zijn er grenzen, maar het is niet altijd duidelijk wie die uittekent. In ieder geval zijn er genoeg gevallen waar je kunt twijfelen aan dat recht op vrije meningsuiting. Laten we even kijken naar een paar gevallen in Griekenland.

1. Eergisteren in het Olympisch stadion werd de wedstrijd Panathinaikos – Ergotelis gespeeld. De fans van Panathinaikos wilden natuurlijk wel een wedstrijd zien, maar wilden ook hun hart luchten en commentaar leveren over de situatie waarin Griekenland zich bevindt. Normaal gezien verwijten ze de scheidsrechter voor het vuil van de straat. Op zondag moest premier Papandreou het ontgelden. Van in het begin van de wedstrijd onrolden ze trouwens een spandoek met daarop «Πολιτικοί λαμόγια, βουλή των βολεμένων. Θα σας πνίξει η οργή των εξεγερμένων» (Politieke bedrieger, parlement van diegenen die zich van een goed plaatsje hebben verzekerd. De woede van het volk zal u verstikken). De scheidsrechter vond dit reden genoeg om de wedstrijd stil te leggen tot het spandoek werd verwijderd. Na de wedstrijd stond de oproerpolitie de voetbalsupporters op te wachten om te daders te vinden en te arresteren.
2. Eind deze maand wordt de Athens Biennale georganiseerd. Er is een spotje gemaakt voor deze kunsttentoonstelling dat we echter nooit op TV zullen zien, want het is verboden.