Dat de goudmijn van Skouries in Chalkidiki een investering is die de Griekse economie ten goede komt, kan ten zeerste in twijfel worden getrokken. Dat het uitbaten van de mijn voor milieuschade zorgt, dat is wel zeker. Zelfs de burgemeester van Aristoteles, Christos Pachtas, die de mijn zo wat geschonken heeft aan Hellas Gold, heeft dat toegegeven.
Er zou al arsenicum in het grondwater van de dorpen in de buurt zijn aangetroffen. En gisteren gebeurde er het volgende: een vrachtwagen met afval van de mijn (loodsulfide en arsenicum pyriet) ging gisteren in de vlammen op, vlak bij het dorpje Volvis, net iets buiten Thessaloniki. Dat daarbij geen giftige gassen zouden zijn vrijgekomen, gaat niemand me wijsmaken.
In de traditionele media wordt met geen woord gerept over het ongeval. Niet verwonderlijk: aandeelhouder in de mijn Bobolas, heeft onder meer aandelen in televisiezender MEGA en de krant Ta Nea. En als het niet wordt vermeld, is het ook niet gebeurd.
De electronische media stonden echter bol van de berichten. Maar daar wordt geen aandacht aan besteed, want mensen die zich afzetten tegen de goudmijn, worden door de regering Samaras beschouwd als terroristen. Ik breng even in herinnering: alle journalistieke gesprekken die met actievoerder Tolis Papageorgiou zijn gevoerd, zijn opgenomen in een strafdossier. 14 mensen zijn opgepakt omdat ze opruiende taal hebben gesproken in een blog tegen de goudmijn (hun proces zou eergisteren moeten zijn gevoerd, maar is uitgesteld).