Ikke eerst

Als je in een ander land gaat wonen, word je met andere gewoontes en een andere mentaliteit geconfronteerd. Je moet je daar voor open stellen en enigszins aan aanpassen, anders blijf je altijd de buitenstaander.  Dat aanpassen in Griekenland is nooit echt een probleem voor me geweest, maar er is één aspect van de mentaliteit van de Grieken in de hoofdstad waar ik maar niet kan aan wennen. Ik noem het de mentaliteit van “ikke eerst”. Ik geef een paar voorbeelden: wanneer je de bus neemt, en je wil afstappen bij een halte, dan stappen de wachtenden al op en duwen je weer naar binnen als ze zien dat er een zitje vrij is (maar dat zitje wordt dan weer wel meteen vrij gegeven aan een oudere, zwangere of hulpbehoevende medemens). Ellebogenwerk wordt daarbij niet geschuwd. Je moet dus assertief je weg naar buiten wurmen, eventueel onder luid protest. Als je bij een openbare dienst aan een loket staat te wachten, dan verwacht je dat te doen in een wachtrij. Dat is een concept dat bijna onbestaande is. Sommige diensten hebben het nummertjessysteem ingevoerd in een poging om wat orde in de zaak te krijgen. Mensen komen je anders voorsteken, willen gauw iets vragen als je aan het loket staan, staan mee over je schouder te gluren, en soms hoor je ze aan de GSM zeggen “er staat hier een trage zeveraar voor mij: wat denkt die wel? Ik heb niet de hele dag”.
Maar goed: dit soort zaken zijn wel op te lossen als je assertief bent en reageert. Moeilijker wordt het wanneer die “haantje-de-voorste”-gedrag zich in het verkeer manifesteert. Dan wordt het ronduit gevaarlijk.

Een toerist kent het beeld: een Griek, die rustig met een kopje koffie, een sigaret en een komboloi aan een tafeltje voor zich uit zit te staren. De rust zelve. Stress is ver te zoeken. Een Griek achter een stuur is een ander paar mouwen: die is ongeduldig, zit vol stress en maakt iedere andere chauffeur uit voor m*****s, en de mountza (het Griekse equivalent voor de middenvinger) is niet uit de lucht. En hij is ronduit gevaarlijk. In druk verkeer, slalomt hij van links naar rechts, waar er maar een gaatje is, om zo snel mogelijk vooruit te geraken. Zitten de rijstroken vol, dan gaat hij vlotjes langs pechstrook (Bij een brand in Attica vorige week waren de straten afgezet. Om toch maar vooruit te geraken, ging men op de pechtstrook rijden, waar de brandweerwagens niet meer door konden en waardoor de brand zich gevaarlijk snel uitbreidde). Aan een verkeerslicht moet je in Griekenland voorsorteren. Als je dat netjes doet, en in de voorsorteerstrook staat te wachten, komen er nog 5 anderen voor je staan, op het kruispunt (dat daardoor helemaal geblokkeerd geraakt). Als er op het kruispunt geen plaats meer is, houden ze de linker- of rechterrijstrook van de gewone weg geblokkeerd. Gevaarlijk gedrag, en ik vrees dat het mee de oorzaak is waarom Griekenland de lijst met de meeste dodelijke verkeersongevallen in Europa aanvoert.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *