Voor vele Noord-Europeanen lijkt het soms dat zuiderse mannen bijzonder macho zijn. De Griekse versie van macho heet μάγκας – mangas (en heeft verder niets met een Japanse tekenstijl te maken). De mangas is eigenlijk een figuur uit de rembetiko cultuur van voor WO I (vandaar de bijhorende foto): hij is een volks figuur uit de stad, met een overdreven eigendunk en een zekere hoogmoed. Hij draagt bijna altijd een lange snor, puntige schoenen met de punt naar boven gekruld, met een gestreepte broek, en uiteraard de onafscheidelijke komboloi. Hij draagt een riem om de middel waarin hij wapens verstopt: een mes, of een klein pistooltje. De mangas liep ook op een eigen manier, alsof hij een beetje mank loopt, en hij droeg ook altijd zijn jas met 1 mouw. De mangas dronk en rookte opium. De havenstad Piraeus was dé plaats voor de mangas, maar een grote opruimactie heeft de traditionele beeld van de mangas naar het verleden gebannen. Toch blijven er nog wel een aantal Griekse mannen over, die je als mangas zou kunnen bestempelen. De typische kledij is veranderd, maar de hoge eigendunk, de trots en de komboloi zijn gebleven. De bedoeling van het mangas zijn is: “hou me niet voor de gek, want ik ben niet gisteren geboren: ik weet wat er in de wereld te koop is! En ik doe waar ik zin in heb!”. De bedoeling van de mangas is NIET om vrouwen te versieren met zijn macho-gedrag (dat doet de kamaki, maar dat is dan weer een ander verhaal).
Iemand die zich als mangas probeert te gedragen, maar er totaal niet in slaagt, is natuurlijk het voorwerp van spot. Hij is dan een pseudomangas die “de mangas uithangt” (κάνει το μάγκα).