Poseidon’s Zegen

 

Deze zomermaanden heeft Bruno veel werk voor de Belgische televisie en radio – zie de rubriek “In de Media” rechtsboven. Daarom helpt Hans tijdelijk een handje op ‘Reilen en Zeilen in Griekenland’. We hopen dat u er evenveel plezier aan beleeft.

 

Eerst de voeten, aarzelend de bodem aftasten.  Dan stapje per stapje verder tot mijn middel.  Opgelet, niet schuifelen, mankepoten of wankelen, het moet gedecideerd lijken, vrouw en kinderen kijken toe.  Mijn kop heet, mijn benen koel.  Dan één-twee-drie: onder, en terug boven.  Even schudden, als een hond.  Ik schuif de rubberen band van de bril over mijn neus, ik prop het mondstuk van de snorkel tussen mijn lippen, de smaak van rubber met zout en zand.  Ik glij op mijn buik, hoofd in het water.  Onder mij zie ik eerst enkel zand, dan vissen en visjes, planten en rotsjes, zeeëgels.  Langzaam verstomt het geluid achter me, op het strand, de kinderen met hun emmertjes en netjes, de moeders met hun zonnecrèmes, potjes met voorgesneden watermeloen en verpakte broodjes met kaas, de wat doelloos rondlopende vaders, sommige kastelen of meer onbepaalde constructies bouwend, andere loerend vanachter hun donkere glazen naar de jongere krijgers, opgepoetst en opgepompt, en meer nog naar hun veroveringen, gezandstraald, opgetuigd en glanzend.  Als het marmer van Poseidon’s tempel, daar roerloos op de heuvel boven onze hoofden.  Ik peddel verder, op en neer die benen, het ademen door de snorkel klinkt zwaar, als in een diepe slaap.

Het is nog maar 10 uur in de ochtend – eerder die dag waren we vertrokken vanuit Glyfada.  Een klein uurtje rijden tot Sounio, waar de tempel van Poseidon het einde merkt van wat de ‘Atheense Rivièra’ is gaan heten, die prachtige, soms adembenemende kuststrook van zo’n 40 kilometer tussen Vouliagmeni, het luxueze zuidelijke eindpunt van groot-Athene, en Sounion, en die in niets moet onderdoen voor de beroemde Californische Highway 1, de route tussen San-Francisco en Los Angeles.  Vouliagmeni voorbij, waar ook de bewoning stopt, ging het verder over die kronkelende weg boven de zee, langs die vele kleine kloven en strandjes, niet zichtbaar vanaf de weg, maar herkenbaar aan de auto’s die op de weg geparkeerd staan, te bereiken via trappen of steile paadjes.

Heel de zomer lang, werkdag of weekdag, terwijl buiten over heel Europa de storm raast, zitten de Atheners, als in het rustige middelpunt van de orkaan, gewoon op het strand.  Zwemmen in de zee (‘een bad nemen’) is met grote voorsprong zomerprioriteit nummer één van de Grieken, zozeer zelfs dat er geteld wordt: van mei tot september kan je zowat elke Griek vragen hoeveel keer hij al gaan zwemmen is dit jaar, ze zullen het meteen weten, met een verbazende precisie, die precisie die elders weleens ontbreekt.  Drie keer.  Acht keer.  Dertien keer.

Athene is een zeldzaamheid in Europa: een hoofdstad aan de zee. En niet zomaar een beetje zee, tientallen kilometers kustlijn, van Pireus tot Sounion, en aan de andere kant de hele kust van Marathon, Rafina en Loutsa, en in het westen helemaal tot in Korinthe. In het weekend is het dan ook vaak een beetje drummen, in kleurrijke optochten langs de uitvalswegen, de geblindeerde BMW met de speedboot aan de trekhaak, naast de aftandse Datsun, vakkundig volgeladen met vader, moeder, drie kinderen, schoonmoeder, twee neefjes, een bootje, emmertjes, schupjes, een parasol en twee stoeltjes, daartussenin een heel gezin van vier op 1 mobilette, vader aan het stuur, moeder vanachter en kroost in het midden, dit alles begeleid door zowel uitbundig als geïrriteerd getoeter, met een niet-aflatende muzak van boom-boom tot ratelende bouzoukis.

Sommige stranden zijn vrij, andere zijn betalend, sommige met zand, andere met keien, sommige met bars en ligstoelen, andere helemaal afgezonderd – maar plaats is er meestal wel genoeg voor iedereen.  En anders rijd je maar een beetje verder.  Tot in Sounio bijvoorbeeld, waar het strand van hotel Aegeon, recht onder de tempel, door Poseidon gezegend is.

Zo’n 100 meter ben ik inmiddels van de kust weggezwommen, halverwege de zeilboten en motorjachten die in de baai halt houden.  Mijn gedachten dwalen af, naar de eigenaars van die boten, en wie ze belazerd hebben om die te kunnen betalen, naar de extra ‘uitzonderlijke’ belasting, die nu permanent wordt tot 2016, naar de leiding van het land, aan hun inertie, cynisme en lafheid, naar de bevolking, zij die gaan en zij die blijven, en het wachten op de katharsis, zal die er ooit nog komen?  Wellicht niet – Icaros repeat: te hoog bij de zon, te laag bij de zee.

Ik schud het van me af en peddel verder.  Er komt een slok zout water in mijn mond, mijn zwembril wordt troebel, mijn benen voelen plots zwaar.  Ik draai me op mijn rug en laat me drijven, even lijk ik weg te doezelen.  De zon gloeit op mijn voorhoofd, het blauw van de lucht dringt mijn ogen binnen, de zee klotst zachtjes door mijn hoofd, het zout brandt in mijn neus, ik zie de boten – is er daar eentje met zwarte zeilen? – het strand, de tempel en de heuvel, met de rots die eruitsteekt.  En als ik dan langzaam mijn ogen open, zie ik Aegeas boven op die rots, de koning, ik zie hoe hij twijfelt, hoe hij kijkt en nog eens kijkt, misschien wel helemaal naar Naxos, waar de verlaten Ariadne zijn kant op kijkt, hoe hij dan zijn armen spreidt en springt.  Of was dat toen ik mijn ogen sloot, dat wil ik even kwijt.

Ik ga hem niet zoeken, en laat me terug aanspoelen.  Ik houd mijn zwembril als een sixpack voor mijn buik, en stap op het strand – opgelet: niet schuifelen, mankepoten of wankelen.  Met de vleugels zwaaien, en opstijgen uit het water.

20 thoughts on “Poseidon’s Zegen

  1. Dank je Hans. Voor je leuke en herkenbare verhaal.

  2. Mooi, mooi @Hans!Je komt uit het land van Elschot,Gijssen en Claus, dat is duidelijk.

    Amsterdam heeft tegenwoordig – zo spinnen de Hoofdstadverkopers naar de buitenlandse toeristen – een Skala-Amsterdam,Amsterdam aan Zee,vroeger Zandvoort geheten.Dus twee hoofdsteden aan zee.

  3. Ik heb genoten van dit verhaal: was voor heel even in Attiki 🙂

  4. Hans, meer van dat.Als je ooit eens een boek schrijft wil ik die op een koude winteravond wel eens lezen.

  5. even proberen zonder de vierkante haakjes?

  6. Links kun je gewoon zo in het commentaar pleuren. WordPress zorgt dat het er goed uit komt!

  7. Als Catalonië ooit onafhankelijk wordt, is Barcelona ook een hoofdstad aan zee.

    Je moet daar zelfs helemaal niet in de auto stappen om naar het strand te gaan. Tot Sant Adrià de Besòs neem je gewoon de metro of de tram. Wil je naar Badalona of verder, dan stap je op de Rodalies/Cercanìas, die de hele kust volgt tot Blanes.

  8. @Bertinos, Lissabon ligt ook aan een zee, maar die is toch minder toegankelijk. Ook in Athene kan je gewoon met de tram naar Alimos, Glyfada, Voula. Met bus 171 ga je tot Varkiza. En met de ‘proastiako’ kan je helemaal tot in Korinthe!

  9. @Leen: mooie tekeningen. De tavli was ik helemaal vergeten. Ook het oudere paar in zee: ik weet niet of je dat elders ook ziet, maar hier gaan ze inderdaad zwemmen (om 8u in de ochtend)tot ze 80 jaar zijn.

  10. Mijn complimenten voor je mooie verhaal weer Hans, ga zo door!
    Hier pakken wij de scooter naar het strand, je tuft overal tussendoor.

  11. Vind “grieken aan het strand” heel mooi en erg Grieks, kan ik ergens meer werk zien?

  12. @Aleko: vlijend hoor!

    maar ik denk dat Berdien het over Leen’s tekeningen had!

  13. @bertinos, geef mij maar een of andere plaats langs de kusten v/griekenland, bv. Patras naar Kalo Nero zo Kalamata Mani én @Hans ik dacht nu echt dat ik daar ook was, nochtans zit ik in mijn belgische tuin onder een eikelboom, ipv plataan!Laat weten wanneer jij verhalenbundel uitgeeft!

  14. Ik ben uitgever(geweest),dus scherp oog.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *