Dan toch nog rood: ik ben er zowaar in geslaagd me te laten verbranden tijdens de laatste drie uren van mijn vakantie. Het flesje zonnecrème was leeg. Na een week in de zon kan dat geen kwaad, dacht ik. Ja, tarara… gemene steekbol.
Acht dagen op Kythnos, een van de eerste Cycladen als je vanuit Lavrio de juiste richting uitvaart. Ik schat zo’n 30 kilometer lang en 10 kilomer breed. Twee prachtige bergdorpen, wat haventjes en een stuk of 20 natuurlijke baaitjes met geschikte zandstranden. De zoekopdracht ‘things to do in Kythnos’ leverde in Tripadvisor 3 resultaten op: een bron, een kerk en een duikschool. Net wat we nodig hadden.
Cycladen dus, het uithangbord van het Griekse toerisme, met al die BE’s – Bekende Eilanden: Paros, Naxos, Mykonos, Santorini natuurlijk; een hele hoop Halve-BE’s: Milos, Ios, Tinos, Sifnos, … en dan een vloot Niet Echt-BE’s, zoals Kythnos. Je vraagt je soms af waar die Cycladen hun faam aan te danken hebben, een overweldigende eerste indruk maken ze zelden, toch zeker niet als je in Griekenland woont en de zon en de zee op zich hun sterallures wat verloren hebben.
Een rots, in feite. Een dorre rots, zeker in augustus. Beige, bruingeel, zoiets. Maar zoals ik bijna elke keer weer mocht ervaren: na verloop van tijd overvallen ze je, die eilanden, ze nemen je in bezit. Komt het door het contrast? Die droge, stoffige berg tegenover die spierwitte huisjes, die knalroze bougainvilla’s, die hemelsblauwe lucht en dat diepblauwe water, bijna van overal wel ergens te zien, daar in de diepte, helderder – als kristal zoals het cliché het wil – tegen het strand aan? De mistige plaats in de verte waar lucht en zee zich in elkaar nestelen? De tientallen baaitjes, sommige helemaal leeg, of met enkel een zeiljacht of twee als decoratie, die daar uitdagend en bijna onbereikbaar liggen te fonkelen en te spinnen als je enkele honderen meter hoger de bocht uitkomt, links een kudde amechtige geiten, rechts twee ezels, en paarden zowaar, die zich overeind weten te houden op een helling van 45 graden?
Of misschien is het iets helemaal anders. In elk geval brengen de Cycladen iets wat wellicht hard op het hippe ‘zen’ moet lijken: een lege kop, door de niet-aflatende meltemi duchtig uitgeblazen, afgewisseld met plotse opstoten van kraakheldere inzichten. Zoals het landschap, inderdaad. Zou dit het fameuze ‘batterijen heropladen’ kunnen zijn, waar die rare Amerikaanse baas almaar over orakelt?
En ook dit nog:
- Hoe was het eten? – de eerste vraag bij thuiskomst aan Belgische toeristen. Wel, het eten op Kythnos is meer dan voortreffelijk: op een hele week geen enkele keer minder dan lekker gegeten, telkens in gewone taverna’s, met papieren tafeldoeken, vader en moeder in de keuken, zoon en dochter met de bestellingen (voor de liefhebbers: Archipelagos in Kanala, Byzantio in Mericha, Kserolithia in Loutra en de strandtaverne in Lefkes). Geit, veel geit. Maar lekkere geit.
- Was er volk? – tegenwoordig de eerste vraag bij thuiskomst aan Griekse toeristen. Wel, er was volk, maar het was zeker niet vol. Gezellig vol, zou ik zeggen, wat voor de lokale ‘dealers’ wellicht te weinig is in het hart van het hoogseizoen. Griekse families, en heel wat zeilende toeristen, vooral Fransen had ik de indruk, maar ook Italianen, Duitsers, Nederlanders en Belgen.
- Het toeristische ‘product’: Kythnos doet erg haar best. Dorpen en stranden zijn proper en onderhouden, de kamers in orde, de bewegwijzering prima, de mensen vriendelijk, de zeilhavens full-service. De prijzen zijn eerder hoog, maar voorspelbaar, en vooral: in verhouding tot de kwaliteit van het gebodene. Heel anders dus dan ik had verwacht. Meer zoals de brochures het willen: stranden, kinderen die van rotsen springen, opa’s die hun kleinkinderen leren vissen, bootjes in en uit de haven, vissers die tweemaal daags uitvaren. En witte huisjes, had ik dat al gezegd? En natuurlijk: de obligate bordjes met foutgeschreven Engels: ontbijt met een omelate, en chicken with red sos. Maar wel: lekkere chicken, en lekkere sos.
Ik stel me voor dat Kythnos moet zijn zoals Paros was vooraleer het een Mykonos-voor-schoolkinderen werd. Ik wil wel terug naar dat Paros, en ook naar Kythnos.
Maar uiteindelijk draait het toch altijd weer hierop uit: inpakken, wegwezen vóór twaalf uur, de tijd nog wat doden, achterwaarts de boot naar het vasteland inrijden, op het dek staan, weer binnen, terug op het dek, de auto er weer uit, parkeren, uitladen. Een lijstje voor de supermarkt, snel, voor hij sluit.
Je kan zo wel iemand lekker jaloers maken! Bedankt!
Bedankt weer voor het leuke verhaaltje Hans.
Je komt aan in een haventje op een Cycladeneiland en denkt eindelijk het paradijs gevonden te hebben. De twee, drie volgende dagen ga je op ontdekkingstocht. Dan begint de verveling toe te slaan en raak je meer bewust van de geheimzinnige eilanden aan de horizon. Hoe zou het daar zijn? Is het daar misschien toch mooier.
Wanneer je vertrekt met de ferry, beloof je jezelf hier ooit terug te keren, maar nu eerst verder naar je volgende bestemming.
Vooral de West-Cycladen in het voorjaar zijn voor mij een favoriete bestemming. Met wat geluk ben je de enige of één van de weinige toeristen. Island hopping zou erkend moeten worden als cultureel erfgoed. Vrij normaal dat Odysseus niet koos voor de kortste weg naar huis.
Τιμες μεγαλε;; ποσο παει το καÏαβακι απ το ΛαυÏιο και παÏαμονη σε τι τιμες βÏηκες;Ï„ αλλα ολλα τα κανω κουμαντο μονος. μαγειÏευω και μετα απο κανα δυο Ï„Ïεις Ïετσινες δεν χÏειαζομαι και πολυ παÏεα. ασε που οσο πιο λιγοι τοσο καλυτεÏα.
Παντως επιμενω ακομα και για σας τις Αθηναιοι , η Θασσος ειναι μια καλη λυση για διακοπες.με τετοιους αυτοκινητοδÏομους, αληθινους ε οχι μακÎτο, εισαι σε λιγες ωÏες Καβαλα.