Vakantie-impressies: Oost-Kreta (1)

Het was ongeveer 10 jaar geleden dat ik de uiterste oostkant van Kreta nog een keer had bezocht. Dat zou dan ook de voornaamste bestemming van onze vakantie dit jaar worden. Het oosten van Kreta (en dan bedoel ik zelfs oostelijker dan Aghios Nikolaos) is erg droog en heeft weinig begroeiing, behalve laag struikgewas en verschillende kruiden (thijm, oregano, enz.).
Sitia werd onze uitvalsbasis. Ik herinnerde me Sitia als een rustig, bijna slaperig stadje met ongeveer 20.000 inwoners in een winderig baaitje. Het waait er nog steeds lekker hard, maar de stad is opgesmukt, en is gevuld met grote plasma schermen (tot in onze hotelkamer toe) en real estate kantoren. Blijkbaar is de oostkant van Kreta zeer gegeerd bij buitenlanders, want die kopen daar en masse oude huisjes in afgelegen dorpjes op. Er is zowaar een nachtleven (met een populair “rakadiko”) en de accommodatie is ook flink verbeterd.
De stad is gegroeid en telt ondertussen 40.000 zielen en die groei is ten koste gegaan van de traditie. Vroeger herinnerde ik me nog de “Giorti tis Soultaninas” (het feest van de sultanina-druif), maar dat behoort ondertussen tot het verleden, evenals de wijngaarden aan de rand van de stad.

Sitia wordt voornamelijk bezocht door Fransen en Italianen, die laatsten vaak met een mobilhome. De meest bekende bestemming in de buurt is uiteraard het palmbos en aangrenzend strand van Vai. De naam komt van het Griekse woord “Vaïos” voor palm. De palmbomen in kwestie zijn de Theophrastus dadelpalmen – een soort die enkel in Kreta voorkomt (o.a. ook in het wondermooie Preveli). Ondanks het feit dat het een toeristische bestemming is, wordt Vai beschermd. Geen beach bars, enkel een cafetaria. Geen lawaai of muziek en ik zou durven zeggen dat er zelfs minder strandstoelen staan dan pakweg 10 jaar geleden. De buurtbewoners hebben dan ook begrepen dat vele toeristen de trip naar het oosten enkel maken om Vai te bezoeken, maar er is uiteraard meer te zien. Indien u geïnteresseerd bent in archeologie, dan is het Minoïsch paleis van Kato Zakros zeker een bezoek waard, maar de streek zit eigenlijk vol Minoïsche resten, tot grotten toe, waar volledige skeletten zijn ontdekt. Jorgos, de zoon van de uitbaters van het Itanos Hotel (absoluut aan te raden) stippelde allerlei ritjes voor ons uit, maar vaak heb je wel een jeep nodig om op de ontoegankelijke plekjes te geraken.
Kato Zakros heeft ook een mooi strandje, maar dit jaar werd dat ontsierd door een schip dat 8 maanden geleden was aangespoeld en dat 193 illegale vluchtelingen aan boord had. Bemanning en vluchtelingen zitten nog steeds ergens in een Kretenzische gevangenis. De papieren zijn in beslag genomen en slimme jongens hebben de brandstof van het schip overgepompt. Niemand schijnt zich te bekommeren om het feit dat het daar nu ligt te roesten.

<wordt vervolgd>

One thought on “Vakantie-impressies: Oost-Kreta (1)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *