Afgelopen week kopte de economische krant Naftemporiki dat de koopkracht van de Grieken ondertusssen de laagste van heel Europa is, waardoor de Grieken de facto de armste bewoners van het oude continent zijn.

De regering wil er niet van horen en ziet er propaganda in van de oppositie, maar het gaat hier niet om de lonen, dan wel om de koopkracht. Hoewel die lonen ook niet echt van die aard zijn om er over naar huis te schrijven. Dat blijkt uiit de cijfers van het Griekse minister van Arbeid en van de Europese Unie. Er nog even bij vermelden dat de trojka de lonen meer dan 10 jaar heeft bevroren en dat de Griekse regering pas sinds een paar jaar loonsverhoging mag toestaan. Maar de schade is gebeurd.

Kijkt u even mee naar de cijfers:

• Meer dan 50% van de werknemers in de particuliere sector krijgt netto 800 euro of minder per maand betaald. Dit betekent dat de helft van alle werknemers in de particuliere sector in armoede leeft.
• 70% van de werknemers krijgt tot 950 euro netto per maand betaald. Dit betekent dat 7 op de 10 werknemers in de privésector zich in een situatie met lage lonen bevinden.
• Slechts 10% krijgt meer dan €1.450 betaald. Met andere woorden, degenen die een goed salaris krijgen naar de huidige maatstaven, vormen een zeer klein deel van alle werknemers, slechts 1 op de 10.
• Slechts 3,63% van de werknemers wordt zeer goed betaald, d.w.z. dat ze meer dan 2.025 euro netto ontvangen.

In 2022 bedroeg het gemiddelde jaarloon van een werknemer in Griekenland €24.709, vergeleken met €24.330 in 2012, wat betekent dat het gemiddelde jaarlijkse nominale loon in tien jaar tijd met slechts €370 is gestegen.

Maar als we de inflatie meerekenen, hebben we het over een daling van 5,9% van de reële lonen.

Ook uit onderzoek van de OESO blijkt dat Griekenland achterloopt op het gebied van goede verloning. De door de OESO onderzochte periode (2012 – 2022) weerspiegelt het vernietigende effect van de memoranda met de trojka. Tussen 2012 – 2022 had Griekenland de laagste loonstijging van alle lidstaten van de organisatie. De stijging bedroeg slechts 1,5%. En dan zijn de zware bezuinigingen van 2010-2011 nog niet in de cijfers opgenomen. Bovendien houdt het onderzoek geen rekening met de gevolgen van de inflatiecrisis.

Op basis van de gegevens van de OESO heeft Griekenland nog steeds een van de hoogste verzekeringsbijdragen van alle lidstaten van de Organisatie. Terwijl de aftrek voor de inkomstenbelasting gemiddeld net boven de 10% ligt, brengen deze bijdragen samen met de werkgevers- en werknemersverzekeringspremies de belasting op arbeid op meer dan 45%. De hoge premies verlagen niet alleen het beschikbare inkomen, maar ontmoedigen ook vandaag nog de aanwerving van werknemers in vaste dienst.

Hoe zit het verder met de pensioenen in Griekenland? Die zijn onder trojka-bewind 14 keer ingekort, als ik de tel niet ben kwijtgespeeld. En nog zouden ze te hoog liggen. Laten we hier dan ook eens naar de cijfers kijken.

Uit officiële gegevens van het ministerie van Arbeid blijkt dat op dit moment:

• 57,4% van de gepensioneerden (1.430.378 mensen) een pensioen ontvangen van maximaal 1.000 euro bruto (940 euro netto).
• 38,5% (958.188 gepensioneerden) ontvangt een pensioen tot 700 euro bruto (658 euro netto).
• 30,5% (758 974 gepensioneerden) ontvangt een pensioen tot 600 euro bruto (564 euro netto).
• 19,9% (496 392 gepensioneerden) ontvangt een pensioen tot €500 bruto (€470 netto).

Probeer daar maar eens van te overleven. Diegenen onder u die deze zomer in Griekenland zijn geweest, zullen gemerkt hebben hoe duur het leven hier is geworden.