Een beetje cultuur kan nooit kwaad, zeker niet als het tot het erfgoed van de mensheid behoort. Zo zijn we gisteren gaan kijken naar het toneelstuk “De Kikkers” van Aristophanes in het openlucht Veakio theater bij ons om de hoek (u ziet het op de foto, met een zicht over de baai van Athene). Het blijspel gaat er over dat de god van wijn en toneel, Dionysos, teleurgesteld is in het hedendaagse theater. Hij trekt naar de onderwereld om zijn beschermeling Euripides terug te halen, want er zijn geen goede schrijvers meer. Hij verkleedt zich als Heracles (die al in de onderwereld is geweest) en vertrekt met zijn helper. Hij steekt de rivier Styx over en hoort daar de kikkers zingen (vandaar de titel van het stuk).
In Hades komt hij terecht in een wedstrijd tussen Aischylos en Euripides, die stukken uit hun werken citeren en strijden om de eer wie het meest de waarheid zegt in zijn stukken. Dionysos wordt aangesteld als scheidsrechter en beslist dat Aischylos uiteindelijk een betere schrijver is (Aristophanes was zelf niet zo dol op Euripides).
Ik mag dan wel Oudgrieks gevolgd hebben in de humaniora, maar een
toneelstuk van Aristophanes hebben we niet gelezen, voor zover ik me herinner. Jammer, want het is echt wel heel erg grappig. Uiteraard
wordt het stuk nu gespeeld in het modern Grieks, waardoor ik het gelukkig kon volgen (mijn Oudgrieks zit onder een dikke laag stof). Ofwel heeft de klassieke komedie de hedendaagse Griekse komedie sterk beïnvloed, ofwel zijn het de acteurs die erg veel hedendaagse manieren gebruiken om de oude tekst tot leven te brengen. Ik zag namelijk heel wat vergelijkingen in de manier waarop men dezer dagen komedie brengt in Griekenland: met veel geschreeuw en overdreven gebaren, waarbij scabreuze en scatologische grappen niet worden geschuwd. Een portie seks is er ook altijd bij
(dat is niet zo maar een knots, die u op de foto ziet). Ondertussen wordt de politiek ook nog eens flink door het slijk gehaald.
Ik wist niet goed waar ik me moest aan verwachten, maar ik moet wel zeggen dat ik er erg van genoten heb. Ik betrapte me zelf er op dat ik de hele tijd zat te glimlachen. En hoewel er aan de tekst niet echt veel schijnt te zijn veranderd, viel het me toch op dat dit stuk nog steeds actueel is. Waarbij je je alleen maar de vraag kunt stellen: is er dan op ruwweg 2500 jaar tijd zo weinig veranderd? En helaas misschien is het antwoord bevestigend.