Met deze post ga ik weer even terug in de tijd, meer bepaald naar 31 augustus. Op die dag organiseerde Solidariteit Piraeus een rembetiko-avond in het Veakeio-theater bovenop de Kastella-heuvel hier in Pireaus, op 5 minuutjes wandelen van mijn deur. De organisatie is flink aan het uitbreiden: toen Solidariteit begon in 2012, hielpen ze 40 gezinnen die de eindjes niet meer aan elkaar konden knopen door de crisis. Ondertussen zijn er dat ruim 900 geworden. Maar ik wil het hier niet over de dagdagelijkse ellende hebben, waar maar geen eind lijkt aan te komen.
Hoe Kostas, de bezieler van Solidariteit Piraeus, het voor mekaar heeft gekregen, weet ik niet. Maar dit was geen gewoon optreden van een rembetiko-groep. Dit was de groep van Kostas Ferris, dé autoriteit wat betreft de Griekse blues die de rembetiko is. Ferris heeft jarenlang een programma gehad op de openbare zender ET3, tot die werd gesloten door Samaras. Af en toe zien we wel eens herhalingen sinds Tsipras en zijn kornuiten de zender weer hebben geopend, maar voorlopig nog geen nieuw materiaal.
Sommigen onder u zullen Kostas Ferris wellicht kennen als de regisseur van de film Rembetiko uit de jaren 80. Die film geeft een mooi beeld hoe het de Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië verging nadat ze hier in Athene en Piraeus waren aangekomen. Wie de film nog niet heeft gezien: het is een bijzonder leerrijk document. Voor mij was het ook een eerste betere kennismaking met de muziek rembetiko. Ik was meteen verkocht.
Ferris zelf is ondertussen 81 jaar oud maar zit dus nog wel samen met zijn muzikanten op het podium. Hij had hulp nodig om de trappen op te gaan, maar zijn stem klinkt nog jong, en hij zong de liederen ook mee. Welke liederen? Rembetiko-liederen die de geschiedenis van de rembetiko van Piraeus vertelden. Ferris is een bevlogen verteller: hij schept een heel kader met zijn verhalen, en speelt dan met zijn orkest een nummer dat precies in dat verhaal kadert.
Piraeus is echt wel dé hoofdstad van de rembetiko geweest, en is dat wellicht nog altijd. De muziek werd gespeeld door de “magkes“, zogezegd zware jongens die aan de zelfkant van de maatschappij leefden. Rembetiko was de muziek van de underground, van de verschoppeling, die zijn toevlucht zocht in drank en drugs en specifieke wijken van de Griekse hoofdstad. Vooral Psirri, al een paar jaar een hippe buurt, was destijds een wijk van messentrekkers.
Toen Athene in 1896 de eerste moderne Olympische Spelen organiseerde, vreesde toenmalig premier Charilaos Trikoupis dat de magkes van Psirri wel een heel negatief beeld van zijn stad zouden kunnen creëren in de pers (klinkt u bekend?) en hij gaf zijn politiechef de opdracht om met alle mogelijke middelen de magkes, en de rembetes (rembetiko-muzikanten) te verjagen en desnoods zelfs te vermoorden. Diezelfde magkes ontvluchtten de stad, maar gingen niet al te ver weg: in Piraeus werden ze met open armen ontvangen. Piraeus als havenstad was meer vertrouwd met onderwereldfinguren, en de magkes gingen op in de toenmalige bevolking. Achter de kades waar nu het eindstation van de groene lijn is, speelden ze hun muziek in de tekedes, de zaaltjes waar rembetiko mocht worden gespeeld.
Toen iets meer dan 20 jaar later de vluchtelingen uit Klein-Azië aankwamen op het Griekse vasteland, werden ze met de nek aangekeken in de Griekse hoofdstad, maar in Piraeus waren ze welkom bij de magkes. Ze wisten hoe het was om verschoppeling van de maatschappij te zijn, en gedroegen zich daarom ook ander. Ze waren ook niet te beroerd om de muziek van de kusten van Turkije te integreren in hun eigen vorm van rembetiko, wat leidde tot een verbreding van het genre.
Ruim drie uur speelden Ferris en de zijnen, en het was een reis in het verleden, met heel wat interessante weetjes die ik voor het eerst vernam. En de rembetiko muziek blijft me charmeren. Mijn absolute favoriet blijft Markos Vamvakaris, de straatarme muzikant uit Syros die in de zaaltjes van Piraeus kwam spelen om wat geld te vergaren, en die er in slaagde om de ene klassieker na de andere uit zijn mouw te schudden. Jammer voor hen dat de erkenning pas na zijn dood kwam.
Als u op zoek gaat naar goede rembetiko muziek, neem dan de originals, raadt Ferris zijn publiek aan. Georgos Dalaras is geen rembetiko, aldus de man. Dat u dat even weet.
Interessant, Bruno. Ik heb weer wat bijgeleerd!
De bewering van Ferris dat Dalaras geen rembetiko brengt valt mij zwaar. Ik vermoed hier een politieke afrekening of professionele jaloezie. De laatste jaren mag je Dalaras blijkbaar niet meer goed vinden omdat hij in het hokje van het gearriveerde establishment geklasseerd wordt. Dit terwijl zijn album 50 years of rembetika uit 1988 en de live tribute-cd’s opgedragen aan de muziek van Tsitsanis en Vamvakaris de ideale uitgangsbasis zijn om het oude werk te verkennen.
Deze bewering komt dan van Ferris die zich vroeger geroepen voelde karamellenverzen te schrijven voor een soft groepje als Aphrodite’s Child. Zijn film mag dan wel prachtig zijn, maar hij gebruikt wel muziek van Xarchakos, een klassiek geschoold componist, die ook zelf niet meteen een figuur uit de originele rebetikoscene is. Dus beredeneerd gecomponeerde muziek.
Heel deze discussie lijkt sterk op het verwijt dat blanken geen blues kunnen spelen, omdat ze de ellende die aan de oorsprong van deze muziek lag niet kennen. Dit argument wordt meteen ontkracht door figuren als BB King, stijlvolle zwarten, die luxe en stijl op prijs stellen.
Rebetika klasseren als muziek uit de underground van de jaren stillekes en ze tot dat beperken, veroordeelt ze meteen tot museummuziek. Net zoals de Dixieland waar elke variatie vast ligt. Dus dode muziek.
Een raad voor alle geïnteresseerden: Begin bij moderne uitvoeringen zoals die van Agathonas Iakovidis en consoorten. Ga dan naar de betere opnames van de pioniers als Tsitsanis. Wijk uit naar de meer op Smyrna georiënteerde muziek en laat je dan verlijden door de oude opnames van uitwijkelingen naar Amerika en Australië.
Sorry voor het verlijden. Gevolg van de opwinding zeker?
Dalaras is de laste waar ik zou aan denken aan wat dan ook met rebetiko of welke andere griekse muziek te maken heeft.
Het is maar goed dat hij zijn naam is veranderd ,hij heeft niks met zijn vader te maken.
https://www.youtube.com/watch?v=lukV2QbFFwg
Deze reactie spreekt eigenlijk voor zichzelf. Dalaras wordt duidelijk op andere dingen beoordeeld dan zijn werk. Van halfgod tot pispaal.
Wanneer twee zonen van Vamvakaris zich geroepen voelen mee te spelen op de tribute-cd aan hun vader van Dalaras, dan zal die zo fout niet zitten zeker?
De vader van Dalaras was een notoir vrouwenloper en dronkenlap die zijn gezin verwaarloosde. Dit als het voorbeeld nemen van de traditionele rembetiko klopt niet. De verschoppelingen uit Klein-Azië waren eerder betere middenklasse, gearriveerde kooplui en artiesten, die geen plaats vonden in de behoudsgezinde achterdochtige Griekse gemeenschap. Luister nog eens naar het Mikro Asia album van Dalaras.