Nationale verkiezingen

Toen premier Kostas Karamanlis op 17 augustus vervroegde verkiezingen aankondigde voor 16 september, verraste hij daar velen mee. Men verwachtte wel vervroegde verkiezingen, maar dat die  werden aangekondigd op het moment dat zo wat heel Griekenland met vakantie was, leek vooral een tactische zet. In Griekenland worden om de 2 weken statistieken gepubliceerd in diverse media, die antwoord moeten geven op 3 vragen:

  1. Op welke partij zult stemmen bij de volgende verkiezingen? (men is voornamelijk geïnteresseerd in het resultaat van de 2 grote partijen)
  2. Mochten er nu verkiezingen zijn, wie denkt u dan dat er gaat winnen? (alweer: 1 van de 2 grote partijen)
  3. Wie is volgens u het meest geschikt als eerste minister: Kostas Karamanlis of Georgos Papandreou (van de 2 grote partijen).

Bij vraag 1 en 2 lag Nea Dimokratia, de regeringspartij, steevast voorop met ongeveer 2% voorsprong. Bij vraag 3 lag premier Karamanlis mijlenver op kop. Op 17 augustus leek een overwinning voor de regerende partij dan ook een beklonken zaak. Daarenboven was de oppositie met vakantie en die kon dus niet meteen een verkiezingscampagne lanceren.

De enorme bosbranden van eind augustus hebben wel één en ander veranderd. De voorsprong van Nea Dimokratia is lang niet meer zo groot, en ook Karamanlis is minder populair: de regering kreeg de volle laag omdat ze niet in staat bleek om de burgers te beschermen. Toch kon oppositiepartij PASOK politiek niet profiteren van de situatie: zij worden namelijk door een groot deel van de Griekse bevolking verantwoordelijk gehouden voor een slecht bosbeheer en ontoereikende middelen voor de brandweer (PASOK heeft 20 jaar geregeerd de afgelopen 25 jaar). Bovendien leek het ongepast om meteen na de rampzalige branden campagne te gaan voeren. De gemoederen moesten eerst worden bedaard. Het komt er op neer dat er eigenlijk nog maar goed een week intensief campagne wordt gevoerd.

De kans dat Nea Dimokratie of PASOK klappen zullen krijgen aanstaande zondag is erg klein. Daar zijn vele redenen voor. Beide partijen sloven zich namelijk uit om zo veel mogelijk beloften te maken en geld te geven aan bepaalde bevolkingsgroepen. De meeste Grieken kijken niet naar een regeerprogramma, maar willen weten hoe veel persoonlijk (financieel) voordeel ze kunnen doen als een bepaalde partij aan de macht komt. Dus men analyseert die beloftes, die vaak onrealistisch zijn, heel minutieus. Er zal dus weinig veranderen in Griekenland.
Verder is er nog de kieswet, die mijns inziens weinig democratisch is voor de geboorteplaats van de democratie. Om in het parlement te kunnen zetelen, moet een partij de kiesdrempel van 3% halen. Er zijn heel veel kleine partijen die deze kiesdrempel niet halen. Bij nationale verkiezingen zijn 300 zetels in het parlement te verdelen. 260 zetels worden verdeeld volgens de “simpele analogie”: percentage van stemmen = percentages in zetels. Er blijven dan nog 40 zetels over. Die 40 zetels  zijn eigenlijk de stemmen voor de kleine partijen die de kiesdrempel niet hebben gehaald, en die 40 zetels gaan naar de winnende partij, ongeacht hoe groot of hoe klein haar voorsprong was. Dit systeem bevoordeelt de 2 grote partijen en zorgt er voor dat er nauwelijks coalities hoeven te worden bevolkt. Je krijgt dus al gauw een regeringspartij met carte blanche.

Vooral de jonge Grieken hebben hun buik vol van politiek en vooral van de 2 grote partijen. Zij zien nauwelijks alternatieven in de kleinere partijen, dus het ziet er naar uit dat velen van hen blanco zullen stemmen, als protest (want stemmen op kleine partijen -zoals de ecologische partij- uit protest heeft geen zin, zoals ik hierboven al zei). En dat is wellicht de enige interessante ontwikkeling die we aanstaande zondag moeten volgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *