Hoewel de Griekse economie de voorbije 4 jaar langzaam gestabiliseerd is, heeft de verslechterde internationale toestand er voor gezorgd dat de inkomensstijging en de bescheiden belastingverlagingen niet opwegen tegen de stijgende kosten van levensonderhoud na de pandemie en de inval van Rusland in Oekraïne. Binnen Griekenland zelf zijn er ook een aantal factoren die voor stijgende kosten zorgen, zoals kartelvorming. Maar daar zijn geen cijfers over, dus is het moeilijk om de invloed daarvan goed in te schatten.

In de periode 2019-2022 is het aantal werknemers in Griekenland met 13% gestegen en is het gemiddelde maandloon met 12,4% de hoogte in gegaan (dit zijn cijfers uit “Ergani”, het systeem dat waar de werkgevers hun gegevens doorspelen). Klinkt positief, maar als je kijkt naar het loon op jaarbasis en vergelijkt met de rest van de EU, dan is het geen vetpot. Het jaarlijkse salaris ligt in Griekenland op 15.879 euro, tegen 33.500 euro gemiddeld in de EU. Griekenland staat daarmee op de 22ste plaats van de 26 lidstaten.

Maar het gaat niet alleen om de lonen. De levensstandaard in een land wordt gemeten en vergeleken op basis van het Bruto Nationaal Product per capita van de bevolking bij koopkrachtpariteit van het inkomen. Er wordt dus rekening gehouden met de kosten van levensonderhoud. De levensstandaard in Griekenland is het afgelopen decennium flink gedaald als gevolg van de crisis, wat voor een massale uittocht van gekwalificeerde jonge professionals heeft gezorgd.

De inflatiedruk is de laatste maanden enorm teogenomen als gevolg van de energiecrisis en door de snelle stijging van de vastgoedprijzen (in de afgelopen vier jaar tussen 40% en 50%) onder invloed van het toerisme en de buitenlandse vraag, doen de kosten in verhouding tot de inkomens stijgen. Tekenend daarbij is dat de huisvestingskosten inclusief verwarming in Griekenland 27% uitmaken van de uitgaven van loontrekkenden die tot 750 euro per maand verdienen. Dat percentage daalt naarmate het inkomen stijgt.

In Griekenland besteden naar schatting 4 van de 10 huishoudens 40% van hun inkomen aan levensbehoeften, wat ruim boven het Europese gemiddelde ligt. Dat bedrag ligt op 9.433 euro per jaar of 786 euro per maand.