Uitgerust en bruin gebrand

16 jaar geleden sprak Kreta me zo fel aan, dat ik me toen al had voorgenomen dat ik ooit in Griekenland zou komen wonen (het heeft 10 jaar geduurd voor ik uiteindelijk de stap nam). Het deed me plezier om te zien dat het eiland zijn aantrekkingskracht op mij nog niet was verloren. Voor mij (en vele anderen) blijft Kreta het mooiste stuk van heel Griekenland.

Op vakantie leef je altijd een beetje in een droom. Gisteren stonden we echter wel gauw met onze 2 voeten in de realiteit. Onze ferry, Kriti II, was niet beschikbaar, maar gecharterd door de Zweedse regering om de vluchtelingen in Libanon op te vangen (Frankrijk had eerder al de Ierapetra gecharterd, met een diplomatiek incident met Griekenland tot gevolg: ze pikten namelijk alleen Fransen op en lieten Grieken staan). Een kleiner schip maakte de overtocht.

Maar goed, laten we het daar niet over hebben.
Onze uitvalsbasis was Kissamos/Kastelli. Een ruraal stadje van 15.000 zielen, met een dubbele naam en een TV station dat constant Kretenzische feesten uitzendt. We hebben daar een uitstekend familiehotelletje gevonden, Kissamos hotel (mag ik even reclame maken?), met een nieuw zwembad er bij. De prijs was belachelijk laag (eigenlijk was alles goedkoop in West-Kreta). De streek heeft genoeg bezienswaardigheden waardoor je je zeker niet gaat vervelen. Indien u dat goed vindt, ga ik daar in andere posts wel eens verder op in.

Ondertussen staan mijn organen allemaal op sterk water. Ik heb massa’s tsikoudia gedronken: je komt er gewoon niet onder uit. Overal biedt men je “raki” aan: bij een babbeltje, als aperitief, als degustief en als tussendoortje.

Kreta is niet te vergelijken met de andere Griekse eilanden: het is ten eerste van veel groter, maar de bevolking is toch wel anders dan de Grieken. De Kretenzers zijn veel gastvrijer dan de Grieken, ook wel iets ruwer, maar eerlijker (hoewel ze in de oudheid steevast als “leugenaars” werden afgeschilderd).
Het uiterste westen van Kreta (en daarmee bedoel ik alles wat zich ten westen van Chania bevindt) is nog min of meer onontgonnen gebied op toeristisch vlak. Hier geen grote hotelcomplexen, geen armbandtoeristen (βραχιολάκια-armbandjes genoemd door de Grieken), geen Skandinavische bars, happy hours en zo meer, maar rustige dorpjes met oudjes die je nastaren als je er door komt gereden en geiten die de bergwegen versperren. De turqoise zee streelt de goudgele stranden, en geuren komen je tegemoet: verse kruiden langs de kant van de weg, vers geperste olijven, honing, …

Je komt al meteen in de sfeer op de ferryboot. De overtocht vanuit Piraeus duurt ongeveer 8 uur (afhankelijk van het type boot), en van zodra Kreta in zicht komt, schalt de typische Kretenzische muziek uit de luidsprekers. De Kretenzische passagiers krijgen een mistige blik en gaan allemaal op het dek staan, waar ze meer dan anderhalf uur naar de kust turen. Het doet me denken aan de openingsscene van Zorba de Griek.

Ik herinner me de taverna (Neratzoula, tussen Kastelli en Elafonissi) van de oude Georgia, die op gevorderde leeftijd de 1ste prijs won in een nationale kookwedstrijd met haar overheerlijke γεμιστά-gemista, en nu elke dag om 6 uur opstaat om genoeg te hebben voor haar klanten die van heinde en verre komen. Traditionele keuken op zijn best.

Ik herinner me het oude haventje van Rethymnon, waar we een verse kreeft aten bij volle maan (soms moet je eens toegeven aan de luxe). Ik zie naast ons toeristenkoppels die geen woord met elkaar wisselen (een frequent fenomeen) en in stilte hun cordon blue (in een vistaverna!) verorberen. “Hebben ze ruzie?”, vraagt mijn praatgrage Griekse vrouw zich af?

De oude Stefanos legt me op een avond uit hoe je de criminaliteit oplost in België. Inbrekers? Spreek met de buurt af dat je er het eerste jaar 2 koud maakt. Je houdt de lippen op elkaar als de politie onderzoek komt doen.

Ik verwonder me over het feit dat zo veel Kretenzers blauwe ogen hebben. Op dit eiland is er minder vermenging van bevolkingsgroepen geweest, zegt men, dus die bruine ogen komen van elders.

Oh ja, en terwijl half Europa kreunt onder de hittegolf, is het hier in Griekenland eigenlijk iets te “fris” voor de tijd van het jaar. Op Kreta klaagde men vooral over de sterke wind. Temperaturen zijn de voorbije weken niet boven de 30 graden gekomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *