Wat doe je nadat je een hele dag op een boot heb gezeten en 10 uur lang de zon hebt gezeten? De dag er op ga je niet weer eens in de zon zitten uiteraard. Gelukkig was er weer bezine verkrijgbaar en na onze boottocht naar Paxoi en Antipaxoi besloten we om er een dagje op uit te trekken naar Ioannina.
Sinds de nieuwe Egnatia Odos klaar is, is Epirus voor een groot deel ontsloten geraakt. De Egnatia Odos verbindt de havenstad Igoumenitsa met Alexandropouli aan de Turkse grens. Van west naar oost gaat het nu bijzonder snel. Ons voornemen was om Ioannina te bezoeken: de hoofdstad van Epirus,en een stad met een rijk verleden, die ik al lang wilde bezoeken. Ioannina ligt op ongeveer 80km rijden van Sivota. Die afstand overbrug je op 45 minuten. Toen ik op de kaart keek, zag ik dat de Zagorochoria (de dorpen van Zagori – u bekend van het Griekse mineraalwater) erg dicht bij Ioannina liggen. Dus werd ons plan in laatste instantie omgegooid. Waarom niet eens de Zagorochoria gaan verkennen? Bovendien hadden een aantal van onze medereizigers de dag voordien op de boot gezegd dat het daar bijzonder mooi was.
Zagorochoria, een groep van dorpjes in de woeste natuur van Epirus. Het klonk me altijd bijna mythisch in de oren, en iedereen vertelde me altijd hoe mooi het er wel was. Dat zouden we dus eens van dichtbij gaan bekijken, maar eerst wilde ik de kloof van Vikos zien. De naam Vikos doet bij Griekenlandreizigers misschien ook wel een belletje rinkelen, want het is een ander mineraalwater. Om de kloof te bezichtigen moet je door een aantal dorpjes.
Nu had ik verwacht dat we hier een aantal oude stenen huisjes zouden zien, met zwarte leien daken. Dat was voor een deel ook wel zo, en de bouwstijl is erg traditioneel. Maar de dorpjes die ik zag, waren bijzonder netjes en de huizen zagen er bijna nieuw uit! En ook hier heeft de luxe zijn intrede gedaan. 5 sterren hotels (“Spa Resortâ€) en dat soort uitingen van luxe leken me een beetje ongepast in deze ongerepte natuur. Maar het is begrijpelijk natuurlijk.
We lieten die hotels voor wat ze waren en reden door naar de Vikos kloof. Voor je daar aankomt, rijdt je door een bijzonder vreemd landschap, met rotsformaties die lijken op een stapel stenen tafels die op elkaar zijn gelegd. De weg loopt ten einde en dan moet je een eindje te voet door de bossen en opeens sta je voor de kloof. Er is geen enkele foto die dit schouwspel goed kan weergeven. Ontzag, dat was vooral het gevoel dat in me op kwam. Ik heb lang in de Zwitserse Alpen gewandeld en geklimd en ik was wel wat gewend, maar die Vikos kloof is toch wel spectaculair. We hadden onze stapschoenen niet aan, want het was niet de bedoeling om bergwandelingen te maken, maar ik kreeg er anders toch wel zin in.
Terug afdalen dan maar en verder kijken naar de andere dorpen van de Zagorochoria. Einddoel was Papingo. Onderweg kwamen we een herder tegen die om een sigaret vroeg. Mijn vrouw rookt, dus ze gaf hem een sigaret, maar wilde hem geen vuurtje geven in de mooie natuur. In plaats daarvan zei ze hem dat ie moest oppassen met het vuur. Bleek dat ie binnenkort voor het gerecht moest verschijnen in Grevena voor een brand die hij eerder in het jaar had aangestoken. Herders zoeken namelijk plaatsen waar ze hun kuddes kunnen laten grazen, en daarvoor branden ze soms grote gebieden af, zodat de schapen en geiten het nieuwe gewas kunnen kaal vreten.
In Papingo kwamen we toevallig terecht bij Nikos en Julia. Nikos en Julia houden een soort van herberg open. Op het koertje voor zijn huis serveerde hij ons allerlekkerst eten, met geweldig goeie wijn en fris water van het bronnetje vlak bij. Een koningsmaaltijd in al zijn eenvoud.
Er zat een stel oudjes die ons vroegen waar we vandaag kwamen. Toen we zeiden dat we in Sivota logeerden, moesten ze bekennen dat ze nog nooit de zee hadden gezien. Eigenlijk ongelofelijk: wij hadden de afstand Sivota – Papingo in 2 uur afgelegd. Verder bleek dat de neef van onze gastheer Nikos de bakker van Sivota was. Of hoe klein de wereld is.
Nikos kwam met zijn verrekijker bij ons zitten en toonde ons allerlei beestjes en bijzonderheden. Hij is een gids die de streek op zijn duimpje kent en zonder vrees zei dat ie wel vaker oog in oog had gestaan met een beer of een wolf. Niets om bang van te zijn: de dieren schuwen de mens. In ieder geval hebben wij het adres van Nikos en Julia genoteerd en de kans zit er in dat we in de winter nog eens bij hen op bezoek gaan. De Zagorochoria zijn namelijk altijd bereikbaar, want de wegen worden vrij gehouden door een sneeuwuimer omdat het een toeristische bestemming is. En Nikos leidt allerlei activiteiten – zoals rafting, bergbeklimmen en zelfs een tocht over de bergen naar Drakolimni en Albanië.
We hebben jammer genoeg nog geen 1/100 gezien van de Zagorochoria, maar we hebben nu wel een idee waar we ons kunnen aan verwachten, en de uitstap was het meer dan waard, ook al omdat we een dagje uit de zon best konden gebruiken.
nu laat je me er nog nog meer zin in doen krijgen !
volgend jaar is het mijn beurt , zeker weten.
Epirus here we come !!!
die ‘herberg’ van Nikos ziet er op zijn site toch wel eerder een soort luxe-pension uit? erg aantrekkelijk in elk geval, hoelang rij je erop?
Gewoon doen, @anita! Je zal er geen spijt van hebben! Maar een auto is wel absoluut noodzakelijk.
@Hans, ik stond ook paf toen ik de foto’s van het interieur van de ξενώνας (“herberg” is niet bepaald de beste vertaling, maar goed) van Nikos zag. Je zou het niet aangeven als je buiten zit. Je mag toch wel rekenen op 6 uurtjes rijden van Athene.