Trojkaanse frustratie

En weg zijn ze, de vertegenwoordigers van de ECB, het IMF en de EU. Dagenlang hebben ze weer de Griekse economie doorgelicht om te zien of er “vooruitgang” was gemaakt en of de plannen die 3 maanden geleden waren besproken, zijn uitgevoerd. Gisteravond zaten ze tot laat in de nacht samen met minister van Financiën Venizelos tot ze er op een bepaald moment de brui aan gaven.

Het middellange termijnprogramma dat eind juni werd gestemd, onder heel wat straatprotest en rellen, blijft volgens de trojka dode letter. Van samenvoegen van verlieslatende overheidsdiensten, van privatiseren en nog heel wat meer, is helemaal geen sprake.

Omdat de regering (en PASOK in het algemeen) meesters zijn in het bespelen van de media, hebben ze op die manier de Grieken kunnen overtuigen dat het de trojka is die de BTW-verhogingen en nieuwe taksen opleggen.

Net voor de trojka toekomt, merkt de regering dat de cijfers niet gaan kloppen (omdat ze dus inderdaad het programma niet zijn nagekomen) en om snel-snel toch wat inkomsten te genereren, drukken ze er gauw nog wat BTW-verhogingen en extra taksen door. De trojka liet al weten dat niet zij die zaken niet opleggen. Zij verlangen gewoon dat de regering zich aan het overeengekomen middellange termijnprogramma houdt. Nog meer taksen en BTW-verhogingen kunnen niet meer voor hen. Dat is geen structurele aanpak en het zal er al zeker niet voor zorgen dat Griekenland uit het economische moeras geraakt.

Maar goed: en nu? Alle PR-kanonnen worden nu bij PASOK uit de kast gehaald (PR is iets waar Venizelos erg sterk in is). “Nee hoor, er is absoluut geen wrijving met de trojka”. Hoe lang houden ze ons nog voor de gek? Toen een lid van het controlerend orgaan van het overheidsbudget eerder deze week zei dat de begroting compleet “out of control” was, werd ze door Venizelos de deur gewezen en werd gezegd dat het orgaan niet bekwaam is.

Ik hecht er nog weinig geloof aan. De onbekwamen lijken zich duidelijk in het regeringskamp te bevinden, als u het mij vraagt.

9 thoughts on “Trojkaanse frustratie

  1. Hoe lang denken de Grieken dat ze het IMF nog kunnen beluren.Die mensen zijn niet van gisteren en eerlijk gezegd , ik sta verbaasd dat ze het al zo lang uitgehouden hebben .Het is vernederend, de wijze waarop ze onderschat werden door lieden die denken dat ze sluwheid in pacht hebben en er dan ook nog prat over gaan.

  2. al lang ,niet lang meer. de vraag is hoe lang de IMF denk zo door te gaan.

  3. Het fenomeen van een regering en media die onpopulaire beslissingen op een hoger niveau van besluitvorming afschuift is zeker niet nieuw en niet enkel toepasbaar op de Griekse context. Rekening houdend hiermee ga ik wel akkoord met de stelling dat de regering tekortschiet in het bijsturen of corrigeren van de Griekse economie. Vraagtekens kunnen derhalve ook gezet worden bij de legitimiteit van de voorgestelde extra belastingsmaatregelen en saneringsoperaties, en de praktische toepassing ervan.
    Evenwel moeten kritische vragen gesteld worden bij de eisen van het IMF en van de EU-instellingen die in hun kielzog volgen. Er zijn immers weinig lidstaten die kunnen beweren dat ze binnen de Maastricht normen vallen qua begrotingsdiscipline. Een interessante analogie voor de schuldproblematiek werd gelegd in een artikel van de standaard van 9 april 2011 (‘Tony Soprano’ redt Portugal). Ongetwijfeld kan de situatie van beide landen niet (helemaal) op dezelfde lijn gesitueerd worden, maar ik kan me hierbij niet van de indruk ontdoen dat Griekenland al een hele tijd als een zondebok of bliksemafleider wordt opgedraafd om enerzijds de eigen financiële problemen te minimaliseren en anderzijds tegelijkertijd een hefboom te creëren voor verdere integratie qua economisch beleid binnen Europa (wat op zich geen slechte doelstelling hoeft te zijn). De manier waarop waarbij vooral rekening wordt gehouden met de eigen nationale belangen duidt op de duidelijke intergouvernementele koers die de grote lidstaten varen in het bewerkstelligen van dergelijk economisch beleid (cf. Duitsland vs Frankrijk over grootte aandeel van deelname van banken in reddingsplan).
    Dit economisch beleid moet ruimer gezien worden; het moet voor een vernieuwde slagkracht van Europa kunnen zorgen binnen de context van de globale economie, die vaak over het hoofd gezien wordt (waarbij Griekenland een bepaald economische rol zou kunnen spelen. Terugkerend naar de Griekse interne situatie betekent goed beleid een aangepast, efficiënt en afgeslankt administratief apparaat dat een gezond economisch klimaat mogelijk maakt. Dit vergt natuurlijk een grote politieke consensus en wijziging van de politieke cultuur binnen Griekenland zelf.

    Dit was enkel een kritische reflectie die zeker geen verontschuldiging beoogt van de Griekse toestand zoals die tot op vandaag bestaat en eveneens een boodschap aan de Griekse politieke partijen – zowel meerderheid als oppositie- om deze precaire situatie te corrigeren in een constructieve geest die samenwerking opnieuw mogelijk maakt. Aan de griekse burger: verandering begint bij jezelf!

  4. Ik heb vanaf het begin al geroepen dat de Griekse regering onder curatele gesteld moet worden. Overgenomen door de EU. Het gaat volgens mij echt binnenkort gebeuren!

  5. @Omitsos, je reactie tilt de discussie naar een ander, hoger niveau: dat van Europa. Daar hoort deze discussie natuurlijk ook thuis. Eén van de eerste overtreders van de 3% norm van Maastricht, was Frankrijk. Misschien had men toen al moeten ingrijpen. Dat speculanten daarmee de achilleshiel van Europa hebben gevonden, is goed mogelijk. Dat het zwakste punt in die hiel ook nog een Griekenland is, dat is natuurlijk ook waar.
    Maar voor mij blijft het belangrijkste toch wel: er dient hier in Griekenland iets te worden gedaan. Met zijn opgestroopte mouwen leek een pas verkozen Georgios Papandreou daar de uitgelezen man voor te zijn. Maar na 2 jaar regeren, zien we toch dat het niet lukt. Gewoon nog maar de overeenkomsten ten uitvoer brengen, lijkt een onoverkomelijke taak. Waar ligt het aan? Is hij er niet toe in staat? Moet hij te veel vechten tegen een achterban?

  6. O mitsos ,heeft een oproep aan de griekse burger. zou Mitsos moeten weten dat elke griek 10 kleine Mitsous zijn ,toch Bruno!!

  7. Het politieke systeem in Griekenland is vandaag de dag heel erg gepolariseerd en gepolitiseerd. Daar zijn tal van redenen voor aan te halen waarbij ik me zal beperken tot enkel de belangrijkste. Het electorale proces, de dominantie van één regeringspartij tijdens een legislatuur, het ontbreken van of slechte geïnstitutionaliseerde structuren en beheersvormen die de verhoudingen tussen de politieke klasse en het maatschappelijk veld moeten regelen (media, vakbonden, justitie), de bestuurlijke centralisering van het land en de verhouding met de lokale besturen. Al deze factoren op zich dragen er onder meer dat een sereen en constructief politiek klimaat bijna onmogelijk is geworden. Ook kunnen ze mekaar gaan versterken waardoor tegenstellingen nog verder op de voorgrond komen te staan. De maatschappij moet zich de vraag stellen of deze hele politieke cultuur verder in stand kan gehouden worden. De erkenning van het bereiken van de grenzen ervan en bijgevolg de noodzakelijke ingrijpende hervormingen kan niet veel langer op zich laten wachten. Het conservatisme komende van ‘grote belangen’ binnen de Griekse samenleving heeft er steeds voor gezorgd dat ‘hun’ politici lang genoeg aan de macht bleven in ruil voor een gunstig beleid, waardoor deze orde in stand werd gehouden(cf.scheepsmagnaten).

    Griekenland dat zich aan de periferie van Europa bevindt heeft zich voor een groot deel en lange tijd van de aandacht kunnen onttrekken van de andere Europese landen. Reden daarvoor is de relatieve (on)belangrijkheid van het land. Binnen een context van globalisering (van financiële, informatie, politieke en economische structuren) en een context van de EU – en meer specifiek wat betreft de euro – is de Griekse interne situatie wel opeens tot ‘hot item’ verworden binnen Europa. Griekse leiders moeten zich met andere woorden niet enkel meer richten op hun eigen (falende) binnenlandse politieke context; rekenschap moet nu worden gegeven aan een hoger beleidsniveau, dat van Europa. Politici kunnen bijvoorbeeld geen monetair beleid meer voeren dat Griekenland in slechte economische periodes weer competitief kon maken en voor bijkomende politieke ademruimte kon zorgen.

    Indien Griekenland zijn Europese identiteit wil behouden of versterken zou het dus moeten overgaan tot de wijziging van een hele politieke structuur en cultuur (‘tabula rasa’). De tijdsdruk en verdeeldheid binnen de politiek over de huidige problemen echter zijn echter factoren die een sereen maatschappelijk debat onmogelijk maken. Politici in Griekenland – ongeacht hun politieke affiliatie – staan voor fundamentele keuze; ofwel zorgen ze voor een stevige verankering van Griekenland binnen Europa; met goed bestuur, ofwel blijft men zelfgenoegzaam en eigenwijs waarbij het onvermijdelijk verder weg zal drijven in de Europese periferie. Deze keuze kan enkel en alleen gemaakt worden wanneer er bereidheid is tot samenwerking en dialoog over de partijgrenzen heen en men bereid is om een nieuwe ‘compromiscultuur’ te bevorderen.

    Dit is immers noodzakelijk omdat het overgrote deel van de wetgeving vanuit ‘Europa’ komt en dat politici ook rekenschap moeten kunnen geven wat betreft de goede uitvoering ervan. Als Griekenland er echter niet in slaagt om dat beleid om te zetten omwille van verdeeldheid en onaangepaste structuren zal uiteindelijk het land en een hele generatie daar een zware prijs voor betalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *