Het was 4 april 2012, 9 uur in de ochtend, toen Dimitris Christoulas zich een kogel door het hoofd joeg op het Syntagmaplein. De afscheidsbrief die hij achterliet, liet er geen twijfel over bestaan: Christoulas legde de reden voor zijn wanhoopsdaad bij de Griekse economische crisis. Na hen zouden er nog heel veel mensen volgen. Of alle zelfmoorden in verband kunnen worden gebracht met de crisis, is twijfelachtig, maar het is wel opvallend dat het aantal zelfdodingen drastisch is toegenomen sinds 2011. U heeft dat wellicht ook al in mijn boek (p. 44) gelezen: Volgens de Griekse Statistische Dienst Elstat is het aantal zelfmoorden in Griekenland in de periode 2009-2011 verdubbeld in vergelijking met de jaren voordien. In de eerste drie jaren van de crisis zouden 1245 mensen zich van het leven beroofd hebben, en was er een toename van 36 procent in zelfmoordpogingen. De laatste jaren heeft Elstat geen verdere cijfers gegeven.”
Wel, er zijn nieuwe cijfers. Volgens de Griekse politie (EL.AS) zouden er zich 566 mensen van het leven hebben beroofd van het begin van de crisis tot 2013.
En dan volgt 2014: in dat jaar alleen al pleegden 514 mensen zelfmoord. Een jaar later, in 2015, zou dat cijfer oplopen tot 613. Na de eerste zes maanden van 2016 staat de teller op 349 zelfmoorden en 513 zelfmoordpogingen. De NGO Klimaka beweert dat er jaarlijks in Griekenland meer dan 500 mensen zelfmoord plegen. Voor de crisis was het zelfmoordcijfer in Griekenland het laagste van heel Europa. Of dat ondertussen nog het geval is, is niet zeker. Zelfmoordcijfers zien in Griekenland niet altijd betrouwbaar, omdat er nog steeds een taboe heerst. De Griekse kerk begraaft geen mensen die de hand aan zichzelf hebben gelegd. Dus is het mogelijk dat het zelfmoordcijfer hoger ligt dan officieel wordt aangenomen (6.121 gevallen tussen 2000 en 2014).