Gisteren werd weer eens gevierd dat de Grieken tijdens de tweede wereldoorlog als leeuwen gevochten hebben tegen Duitsland en Italië. De rol van de toenmalige Griekse fascistische dictator Metaxas, lichtend voorbeeld voor de lieden van Gouden Dageraad, wordt daarbij gelukkig een beetje in de schaduw gesteld. Omdat 28 oktober 2 dagen na de herdenking van de bevrijding van Thessaloniki wordt gevierd, wordt de grootste parade in de tweede stad van Griekenland gehouden. President Papoulias, in zijn laatste maanden als staatshoofd, nam de honneurs waar, en verklaarde dat de crisis de Grieken niet klein zou krijgen. Een paar jaar geleden werd hij nog van de parade verjaagd, omdat hij voor vele Grieken niet veel meer voorstelt dan een bloemstuk.

Het Syntagmaplein in Athene was hermetisch afgesloten

In de rest van het land werd ook geparadeerd, vooral door leerlingen van de middelbare scholen. In Thessaloniki en Athene was het bijzonder moeilijk voor de ouders om hun kinderen te zien marcheren. Een grote perimeter rond de tribune van de politici werd door de oproerpolitie afgezet, zodat de nationale feestdag weer maar eens op een exclusief feestje leek voor de politici die druk bezig zijn om het land te redden.

Niet dat nog veel mensen de moeite doen om naar het centrum van Athene of Thessaloniki af te zakken. De Griekse vlaggen mogen nog wel overal uit hangen, maar niemand heeft er nog zin in om weer maar eens weggejaagd te worden door de oproerpolitie. Het maakt de onpopulaire politici er niet geliefder op. De kloof tussen burger en politiek wordt in Griekenland al jaren bewaakt door oproerpolitie.

Een van de grotere populisten binnen de regering, probeerde een indruk te wekken dat hij de kloof wil overbruggen. Andreas Loverdos, een paar maanden geleden uit PASOK gegooid, net voor de Europese Parlementsverkiezingen weer in de rangen gesloten van zijn partij, is nu minister van Onderwijs. Hij verklaarde gisteren op televisie dat dit de laatste keer zou zijn dat er zo veel politiebescherming is tijdens de nationale feestdag. “Maar ja, wat kunnen we er aan doen?”, aldus de minister, “want we komen niet overeen”. Wellicht doelde hij op de twee verschillende werelden waarin de Griekse bevolking en de Griekse politici leven.

Loverdos werd overigens, als minister van Onderwijs en Religieuze Zaken, geacht om aanwezig te zijn bij de dankzegging (δοξολογία – vertaal ik dat juist?) van de Griekse aartsbisschop, maar hij kwam niet opdagen. Dat is nochtans een vereiste, maar volgens oerpopulist Loverdos, stond het niet in zijn agenda. En wat doet onze minister? Hij gaat de fout elders zoeken. Hij heeft namelijk opgedragen om een administratief onderzoek te starten om te zien wie verantwoordelijk is voor het feit dat hij niet naar de kerk is gegaan. Het is altijd iemand anders, nietwaar? Die kerk liet zich weer van haar slechtste kant zien, middels metropoliet Amvrosios van Kalavryta. Op zijn persoonlijke blog schreef hij dat het glorieuze Griekse volk dreigt te verdwijnen omdat Griekenland wordt overspoeld door zogenaamde economische vluchtelingen. Tegen 2034 zullen de Griekse kleinkinderen “yousoufakia” zijn, aldus de vrome metropoliet. Yousoufakia was de naam die werd gegeven aan de Griekse kinderen onder de Ottomaanse bezetting.

Wie wel van de partij was: het Griekse leger in al zijn glorie. Een paar maanden geleden hebben de geünifomeerden met terugwerkende kracht het loon gekregen dat ze hadden moeten inleveren de voorbije jaren. Het geld van het zo geroemde primaire overschot werd daarvoor gebruikt. Vorig jaar werden de tanks, de vliegtuigen en helikopters na 3 jaar weer van stal gehaald, om te paraderen. Georgos Papandreou had die thuis gelaten, om op die manier geld uit te sparen, maar minister van Defensie Dimitris Avramopoulos, binnenkort EU Commissaris voor Vluchtelingenzaken, wil laten zien dat het Griekse leger borg staat voor veiligheid in de regio. Vorig jaar werd de brandstof geleverd door de oligarchenfamilie Vardinoyiannis, eigenaar van de grootste raffinaderij Motor Oil en van het benzinemerk Avin. Dit jaar is daar niets over gezegd, maar ik vraag me af waar de Griekse overheid het geld haalde om al die F-16s, en die helikopters door het luchtruim van Thessaloniki te laten klieven. Maar misschien heb ik er geen goed zicht op. Per slot van rekening hebben de Griekse banken de stress test ook overleefd.

Gisteren bleek ook dat de Griekse burgeroorlog absoluut nog niet goed verteerd was. De Atheense voorstad Chalandri heeft sinds 1 september een burgemeester van SYRIZA. Misschien heeft dat iets te maken met het feit dat de leerlingen er marcheerden op de tonen van het lied van EAM, het Nationale Bevrijdingsfront, dat vocht tegen de Duitse bezetter en dat opgericht is op initiatief van de Griekse communistische partij in 1941.

Toegegeven, het klinkt wel wat Russisch, zo in de Griekse straten. Natuurlijk bleef de reactie vanuit het regeringskamp niet uit. En die kwam vooral van de meest rechtse elementen in die regering: woordvoerder van de parlementaire fractie van Nea Dimokratia, Adonis Georgiadis, vond dat hiermee herinneringen uit de burgeroorlog werden opgerakeld. Georgiadis, die zelf een boek heeft gepubliceerd van holocaustontkenner Kostas Plevris, geestelijke vader van Gouden Dageraad. Nadien was het ook de beurt aan Thanos Plevris, zoon van de holocaustontkenner, advocaat en parlementslid van Nea Dimokratia, om te protesteren.

We zijn ondertussen 70 jaar verder, en de scheidingslijn in de Griekse maatschappij, die heeft geleid tot de burgeroorlog, schijnt er nog steeds te zijn.